Voormalige watertoren of 'waterhuis', horend bij het tramstation.
Op 10 maart 1910 wordt de gemeente ontsloten via de stoomtram Brugge-Koekelare-Leke. In 1909-1911 komt er een goederenstation met een woonhuis voor de stationschef. De plannen omvatten ook een watertoren met opslagplaats voor olie en kolen. Bij de Duitse terugtrekking in 1918 werden de toevoerleidingen van de watertoren van het tramstation vernield. Het Belgische leger moest nieuwe waterputtten steken.
Witgeschilderde baksteenbouw onder overkragend zadeldak (rode en donkere mechanische pannen). Centraal hoger uitgebouwd vierkant gedeelte onder schilddak (leien).
De lange gevels hebben dezelfde ritmering als deze van de tramstatie (lisenen, baksteenfries), de muuropeningen zijn rechthoekig gewijzigd. Wellicht was ook het baksteenparement voor de beschildering gelijkaardig aan dat van de tramstatie. De linker en de rechter zijgevel zijn uitgewerkt met een rondboognis, geflankeerd door halve rondboognissen. Bij de linker zijgevel zijn de oorspronkelijke windplanken en de beplanking van de geveltop bewaard.
SEYS R., Koekelare, gisteren en op de drempel van morgen. Een verzameling foto's, prentkaarten en tekeningen, met beknopte historische en andere toelichtingen, Sint-Niklaas, 1987, p. 57.
Bron: VANNESTE P. & BAERT S. met medewerking van BOONE B., CREYF S. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Koekelare, Deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
De pannen op het overkragend zadeldak zijn aan de linkerkant vervangen door leien en aan de rechterkant door mechanische donderblauwe pannen; op het centraal hoger uitgebouwd vierkant zijn de leien vervangen door een dakbedekking in koper.