Voormalige notariswoning met jaarsteen 1902, gesigneerd architect Charles Pil (Oostende). Het eigenlijke herenhuis is opgenomen in het beschermde dorpsgezicht (omgeving van het brouwershuis). De rechts aansluitende, lagere koetspoort is niet opgenomen in het dorpsgezicht.

Roodbakstenen herenhuis met inslag van de neogotiek. Twee bouwlagen onder zadeldak (leien, dakkapel onder zadeldakje met opengewerkt spantbeen), aflijnende gootlijst (met kunststof bekleed) en dubbele baksteenfries. Gebruik van blauwe hardsteen voor de plint (voetenschraper links van de deur, inscriptie "CH. PIL ARCH. OSTENDE") en van similisteen voor sierelementen. De brede rechter travee loopt op in een trapgevel met overhoeks topstuk (de oorspronkelijke windwijzer slechts gedeeltelijk bewaard). Markerend driezijdig balkon op geprofileerde consoles, smeedijzeren leuning met bloemmotieven. Rechthoekige, gekoppelde muuropeningen met benadrukking van de bovenlichten (variant op kruiskozijnen). Getoogde ontlastingsbogen, nog eens gevat in dito boogveld. Bovendien zijn de vensterregisters van het rechter risaliet gevat in een zogenaamde Brugse travee van het type II. In het overhoekse topstuk en in de sluitsteen van het dakvenster jaarsteen "ANNO"/ "1902". Bewaard witgeschilderd houtwerk, de bovenlichten zijn dichtgemaakt. Vleugeldeur met panelen.

Rechts aansluitend, volume van de lagere koetsdoorrit onder leien zadeldak (dakkapellen onder schilddak, kleine roedeverdeling), aflijnende gootlijst op klossen en dubbele baksteenfries. Korfboograam- en poort met natuur(?)stenen sluitsteen. Vernieuwd houtwerk.

De zijgevels van het hoofdvolume steken boven de overige bebouwing van de straatwand uit en zijn erg verzorgd uitgewerkt in gele en rode baksteen: aandaken met vlechtingen, grote rondbogige ontlastingsbogen en kleinere steekbogige en hoefijzerbogige, overhoeks topstuk. Achtergevel met puntgevel en aansluitend stuk onder plat dak met aflijnende gootlijst op klossen. Getoogde muuropeningen onder strek (deels rechthoekig gewijzigd).