Hoeve ter hoogte van een bocht van de weg. De site is als dusdanig reeds aangeduid is op het primitief kadasterplan (circa 1835) en op de Atlas der Buurtwegen (circa 1846). In 1835 is de eigenaar "Legillon, weduwe Louis, Brugge": losse bestanddelen in L-vormige opstelling gelegen op een groot erfperceel met boomgaard en een kleine poel, ten noorden van het huis is een "thuin" en een kleinere boomgaard gelegen, voorts twee kleine nutsgebouwen. De erftoegang was oorspronkelijk niet aan Swytswal, maar via een lage private erfoprit over de Bergmolenweg tot aan de Provinciebaan (nog deels herkenbaar in de perceelstructuur en de beboming). In de loop van het laatste kwart van de 20ste eeuw werd de schuur ten oosten van het erf vervangen door een loods.

In de buurt van de hoeve ligt de zogenaamde Sint-Maartensbron (dit water zou helpen tegen onder meer reumatische ziekten, koortsen en kinderziektes).

Ten noorden van het erf, boerenhuis van het langgestrekte type, met de geïncorporeerde stalling, daterend uit de eerste helft van de 19de eeuw. Rondom een aantal deuren waren tot 2008 gekalkte banden aangebracht, verdwenen bij de hervoeging. Naar verluidt diende dit volksgebruik ter afschrikking van 'boze geesten'. Verankerde gele baksteenbouw onder zadeldak (rode Vlaamse pannen, geknikte dakoverstek).

Erf- of zuidgevel: gewijzigde rechthoekige muuropeningen, de getoogde strekken zijn nog aanwezig. Tegen het linker stalgedeelte, aanbouw van loods onder lessenaarsdak (tweede helft 20ste eeuw).

Achter- of noordgevel (ter hoogte van de huidige erfoprit): links opkamer van twee traveeën, rechts stalgedeelte. Getoogde muuropenignen onder strek, huisvensters rechthoekig gewijzigd. Vernieuwd houtwerk.

Rechter zijgevel: rechthoekig laadvenster onder strek, tussen twee lagere venstertjes onder kopse laag.

Linker zijgevel: staldeuren, laadvenster, in de geveltop duivengaten en heiligennisje in een geriemde omlijsting met kruisje.

Ten noorden van het boerenhuis, voormalige paardenstal, omgebouwd tot garage. Datering vermoedelijk iets jonger, mogelijk tweede helft 19de eeuw, zie rode baksteenbouw. Rechthoekig volume onder zadeldak (rode Vlaamse pannen). In de zijgevels, rechthoekige deuren.