Vrijstaand landhuis (nummer 15) met neo-Lodewijk XVI-reminiscenties, gelegen in grote omhaagde en omringende tuin. Enigszins schuin georiënteerd ten opzichte van de straat. Volgens de eigenaars daterend van 1906, zie ook jaarsteen in trap. Samen met de dienstgebouwen ('huis', 'remisie' en een nu verdwenen 'broeikas') kadastraal geregistreerd in 1909, volgens de kadastrale legger ingebruikname in 1908 en 1909. Naar verluidt gebouwd voor de maîtresse van Leopold II. Verbouwd in 1987-88. De zuidelijke trappartij werd vergroot tot een terras met bordestrap. Restanten van de oude trappenpartij bleven onder de huidige constructie bewaard. De oorspronkelijke toegang via de middelste travee werd gesupprimeerd. De twee ramen in de zijtraveeën werden opengewerkt tot deuren. De vormgeving van onder andere de balustrade van de nieuwe trappenpartij is op de oude gebaseerd zodat die goed aansluit bij het kasteel. Op hetzelfde ogenblik werd het interieur verbouwd volgens de noden van de tijd. Het schrijnwerk is vermoedelijk nog deels authentiek, deels uit 1987-88 en deels vernieuwd in kunststof. In oorsprong had het gebouw een uitgesproken verticale vormgeving met een half ondergrondse verdieping voor de bedienden met een eigen toegang, toegang voor de eigenaars en representatieve ruimtes op de gelijkvloerse verdieping en private kamers op de bovenverdieping. De volledige tuin, inclusief de taxusbeplanting rond het kasteel, werd aangeplant in 1953. Daardoor staat het kasteel nu als het ware op een groene sokkel.

Gecementeerde baksteenbouw op vierkante plattegrond, drie traveeën en drie bouwlagen, onder leien mansardedak met dakkapellen (mansardevensters) onder gebogen kroonlijst met gestrekte uiteinden, en met oeils-de-boeuf ter hoogte van de centrale travee. Verhoogde begane grond toegankelijk via uitwaaierende bordestrap. Lijstgevel centraal gemarkeerd door een driezijdige gevelhoge erker, met op de eerste verdieping een deurvenster met balkon op consoles en een borstwering met balusters. De erker wordt geaccentueerd door geblokte lisenen, net als de hoeken van het gebouw. Steekboogvormige vensters in een vlakke omlijsting met oren, steekboogvormige deur, vernieuwd schrijnwerk. Doorlopende lekdrempels en kordon. De kroonlijst neemt boven de erker de vorm van een gedrukt pseudorondboogfronton op consoles. Aflijnende houten kroonlijst op klossen. Rechts vooraan in de tuin twee achter elkaar gelegen dienstgebouwen, waaronder tegen de straat een éénlaagse conciërgewoning (nummer 13) onder leien mansardedak in dezelfde bouwstijl en afwerking als het landhuis. Volgens het kadaster lag er oorspronkelijk nog een derde dienstgebouw.