De molenromp van de Plaetsemolen of molen Van Ghillewe gaat terug op bergmolen die Henri Van Ghillewe in 1837 bouwde. De benaming Plaetsemolen ging na de sloop van een oudere molen rond 1868 over op molen Van Ghillewe. De romp vormt nog steeds een beeldbepalend gegeven in een recent sterk verstedelijkte omgeving.
In 1826 kreeg molenaar Henri Van Ghillewe-Aelter toestemming voor de oprichting van een korenwindmolen. In 1832 bracht hij een houten staakmolen over uit Werken (Kortemark) en plantte deze in op circa 28 meter van de Dorps- en de Sterrestraat, op grond van landbouwer Logghe. De molen van Van Ghillewe lag in de nabijheid van de reeds bestaande Plaetsemolen (hoek Sterrestraat, Dorpsstraat, Veldstraat en Zuidstraat) die rond 1868 gesloopt werd. De nieuwe molen is nog niet aangeduid op het primitief kadasterplan (circa 1835). Vanwege een conflict met Logghe vroeg en kreeg Van Ghillewe reeds in december 1835 de toestemming van de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen om de houten molen te vervangen door een stenen molen. Bij de bouw van de stenen bergmolen in 1837 - even verderop, op de hoek van de Zuidstraat en de Brouwerijstraat - werden onderdelen van de gesloopte houten molen gebruikt. De stenen grondzeiler bleef drie generaties lang, tot rond 1924, eigendom van de familie Van Ghillewe.
In 1939 kwam er een elektrische aandrijving van de maalderij en werd het gevlucht verwijderd. De askop werd hergebruikt bij de Hovaeremolen in Koekelare. Later werd ook de molenberg afgegraven. De kap werd verwijderd en op de romp kwam de gemeentelijke alarmsirene (periode onbekend). Op de molensite was in de tweede helft van de 20ste eeuw (tot 1999) een planten- en zaadbedrijf gevestigd. In 2002 werden de mechanische maalderij en de molenstenen volledig verwijderd. In 2003 werd de romp hersteld en geïntegreerd in een nieuwbouwcomplex met bankgebouw door architect Bernard Herman uit Brugge (hoek van de Zuidstraat en de Brouwerijstraat).
Molenromp met vroegere kelderverdieping, begane grond en drie zolders. De kelderverdieping was oorspronkelijk omgeven door de molenberg (nu afgegraven) waarin een bakstenen kelderconstructie en een poortdoorgang waren voorzien. Bij de integratie van de molen bij de nieuwbouw bleef de romp grotendeels vrijstaand. Het metselwerk van de romp werd gekaleid (bleke kleurstelling). De dichtgemaakte deuropening op meer dan twee meter hoogte toont de ingang van de molen vanaf de molenberg. Daarboven zijn de getoogde vensters van de zolders boven elkaar gesteld.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. 2020: Molen Van Ghillewe [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359917 (geraadpleegd op ).
Molenromp van de voormalige "Plaetsemolen" of "molen Van Ghillewe". De benaming "Plaetsemolen" slaat historisch op een andere molen, maar is na de sloping van die molen circa 1868 blijkbaar overgegaan op deze molen.
In 1830 doet Henri Van Ghillewe-Aelter een aanvraag voor de oprichting van een korenwindmolen. In 1832 wordt een houten staakmolen overgebracht uit Werken (Kortemark) en ingeplant op circa 28 meter van de Dorps- en de Sterrestraat, in de nabijheid van de reeds bestaande "Plaetsemolen" (hoek Sterrestraat, Dorpsstraat, Veldstraat en Zuidstraat, gesloopt circa 1868). De nieuwe molen is nog niet aangeduid op het primitief kadasterplan (circa 1835). Reeds in december 1835 krijgt molenaar Van Ghillewe de toestemming van de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen om de houten molen te vervangen door een stenen molen op de hoek van de Zuidstraat en de Brouwerijstraat. Een stenen bergmolen vervangt in 1837 de nabijgelegen houten graanmolen van 1832 (zie boven). De stenen molen blijft drie generaties lang, tot circa 1924, eigendom van de familie Van Ghillewe.
In 1943 wordt het gevlucht verwijderd, er komt een elektrische aandrijving van de maalderij. Het is onduidelijk wanneer de 'berg' wordt afgegraven en de kap wordt verwijderd. Vervolgens wordt op de romp de gemeentelijke alarmsirene geplaatst (periode niet bekend). Op de molensite is in de tweede helft van de 20ste eeuw een plant- en zaadbedrijf gevestigd. Dit verhuist in 1999 naar het industrieterrein (Stalpaertstraat). In 2002 worden de mechanische maalderij en molenstenen volledig verwijderd, de romp wordt aan de buitenzijde hersteld. In 2003 wordt de romp geïntegreerd in een nieuwbouwcomplex met bankgebouw op de hoek van de Zuidstraat en de Brouwerijstraat.
Molenromp met begane grond en vier zolders. De begane grond was oorspronkelijk omgeven door een molenberg waarin een bakstenen kelderconstructie en een poortdoorgang was voorzien. Bij de integratie van de molen bij het bankgebouw werd de molenberg afgegraven en werden de vensters dichtgemaakt. Het metselwerk werd geel gekaleid. De dichtgemaakte deuropening op meer dan twee meter hoogte toont de ingang van de molen vanaf de molenberg. Ter hoogte van de zolders, zijn de getoogde vensters boven elkaar gesteld.
Bron: VANNESTE P. & BAERT S. met medewerking van BOONE B., CREYF S. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Koekelare, Deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. 2010: Molen Van Ghillewe [online], https://id.erfgoed.net/teksten/131377 (geraadpleegd op ).