is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Onderwijzerswoning
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Onderwijzerswoning
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Onderwijzerswoning
Deze vaststelling was geldig van tot
Woning van de bestuurder van de vroegere gemeenteschool, zie opschrift in blauwhardstenen puilijst "GEMEENTESCHOOL ANNO 1873". IJzeren bord met opschrift "D'OUDE SCHOLE". Situering aan de rand van het dorp, op circa 100 meter van de kerk. Vormt een visueel geheel met het naastgelegen gemeentehuis van 1922 in regionalistische stijl.
In de tweede helft van de 19de eeuw worden tengevolge van de schoolwet van 1842 talrijke gemeentescholen opgericht. Het betreft meestal een beeldbepalend complex in de dorpskom met een ruime woning voor de hoofdonderwijzer.
In 1859 wordt de circa 1830 door meester Van den Berghe opgerichte school voor jongens met een schoollokaal van 1847 als gemeenteschool erkend, na 'aanneming' ervan in 1850. In 1873 (jaartal in puilijst) wordt een nieuwe gemeentelijke jongensschool met huis van de bestuurder gebouwd. De gebouwen worden ontworpen door provinciaal architect Pierre Buyck (Brugge, 1805-1877) in een neoclassicistische stijl. De architect kiest zelf een stuk grond aan de rand van de dorpskom uit, rekening houdend met hygiënische eisen. De gronden zijn voornamelijk afkomstig van grootgrondbezitter Van Caloen de Gouvry. Het grondplan voorziet een gemengd publiek, met aparte toegangen en speelplaatsen voor jongens en meisjes. In de praktijk is het echter een jongensschool. Wanneer in 1879 in het kader van de schoolstrijd een 'vrije katholieke jongensschool' wordt opgericht, wordt de gemeenteschool de 'liberale school' genoemd. Zeker vanaf 1885 vervangt de 'vrije katholieke jongensschool' de gemeenteschool, de lokalen van de gemeenteschool worden nu gebruikt door de katholieke school.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de jongensschool ingericht als paardenstal. De kinderen lopen tot februari 1916 school in noodlokalen, onder meer in privéhuizen. In 1919 herneemt het leven te Bovekerke. De jongens krijgen nu les in het zogenaamde "frontschooltje" in een voorkamer van het schoolhuis. In 1921 wordt een nieuwe school – ter vervanging van de beschadigde klassen - achter de woning van de bestuurder gebouwd, dit naar ontwerp van architect Theo Raison (Brugge). Circa 1922 plannen voor "Opschikking der omheining met hekkens en haag", eveneens architect Raison. In het laatste kwart van de 20ste eeuw worden de eigenlijke klassen afgebroken en vervangen door een gemeenschapscentrum "D'Oude Schole" (architect John D’Hollandere, Koekelare). Het huis van de bestuurder is anno 2009 in gebruik door de Bovekerkse muziekmaatschappij.
Het oorspronkelijke grondplan naar ontwerp van architect Pierre Buyck (plannen en bestek in 1868) wijkt ten dele af van het uitgevoerde grondplan, met name wat betreft de inplanting van de trap. Het grondplan gevoegd bij het wederopbouwdossier ("Ontwerp tot het herstellen van de gemeente knechtjesschool", 1921) komt voor het huis van de bestuurder nog overeen met de toestand bewaard anno 2009: de klassen zijn functioneel volledig gescheiden van het huis van de bestuurder. Dit huis was links en rechts geflankeerd door lage gebouwtjes onder zadeldak: links de overdekte schooltoegang, rechts nutsfuncties voor de onderwijzer ("bakkeuken"). De tweede toegang rechts had men klaarblijkelijk laten vallen, daar het enkel een school voor 'knechtjes' was. De voorzijde en de rechter zijde van het huis was volledig omgeven door een voortuintje met bakstenen pijlers (zie opschikking van circa 1922), deze toestand is nog bewaard op een foto van 1974.
Roodbakstenen dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (blauw geglazuurde mechanische pannen, mogelijk vroeger leien en overkragende dakranden, zie schaliebert, houten gootlijsten. Geschilderde gecementeerde plint. Tussen de bovenvensters, opschrift in blauwhardstenen puilijst "GEMEENTESCHOOL ANNO 1873". Rechthoekige en getoogde muuropeningen onder blauwhardstenen lateien (enkel begane grond) en strek in felrode geslepen baksteen, in de straatgevel uitgewerkt met blauwhardstenen sluitstenen. De blauwhardstenen onderdorpels zijn doorgetrokken, op de begane grond enkel in de voorgevel, op de verdieping ook over de zijgevels. Op de begane grond, blauwhardstenen hoekblokken met luikduimen. Centraal, rondboogportaal, bereikbaar via enkele blauwhardstenen treden.
Bewaard roodgeschilderd houtwerk met kruisindeling en grote roedeverdeling. Portaal met groot rond bovenlicht in stervorm (ijzeren roedes). De deur is vernieuwd, maar de oorspronkelijke scharnieren van de vleugeldeur zijn bewaard. In de zijgevels, superposering van vensters in de westzijde, in het gevelveld oculus met ruitvormige ijzeren roedeverdeling. Keldervenstertjes onder blauwhardstenen lateien.
Rechts aansluitend laag nutsgebouwtje onder zadeldak (leien). Het nutsgebouwtje links (toegang tot de klaslokalen) is afgebroken (negatief spoor in de zijgevel).
Het interieur bewaart de indeling zoals aangeduid op het wederopbouwplan (1921): centraal de trapzaal en de gang, geflankeerd door telkens een grote (straatzijde) en een kleine ruimte (achterzijde); links de ontvangstruimte en de studiekamer; rechts de grote en de kleine keuken (met verbindingsdeur). Op de verdieping, twee grote en twee kleine kamers. Het achterste deel van het huis is over de hele lengte onderkelderd.
De trapzaal en de gang worden gekenmerkt door een cementtegelvloer in contrasterend ruitmotief en door paneeldeuren met deels bewaard hang- en sluitwerk (idem voor de deuromlijstingen). Op het einde van de gang, trap met blauwhardstenen aantrede, eenvoudige trappaal en -spijlen. De ruimtes links en rechts zijn omgevormd tot telkens één grote ruimte. De aankleding van de 'ontvangstruimte' en de 'grote keuken' zijn echter bewaard: telkens een eenvoudige houten schouwmantel met consoles, geflankeerd door muurkasten, kooflijsten en rozet rond de luchter (niet duidelijk of deze laatste elementen ook links bewaard zijn, zie recente bekleding van muren en plafonds). De grote kamers boven zijn voorzien van hetzelfde type schouwmantel en muurkasten, echter geen lijstwerk. Smalle plankenvloeren. Zolder met smalle plankenvloeren. Gaaf bewaarde kapconstructie.
Bron: VANNESTE P. & BAERT S. met medewerking van BOONE B., CREYF S. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Koekelare, Deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Gemeentehuis Bovekerke
Is deel van
Bovekerkestraat (Bovekerke)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Onderwijzerswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/208833 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.