Achterin gelegen hoeve, naar verluidt zogenaamd "De Neuteboom". Als site minimaal opklimmend tot de late 18de eeuw. Bestaande uit een verbouwd 18de-eeuws boerenhuis met nieuw parement, nieuwe nutsgebouwen en een schuur rond een verhard erf. In een weide ten oosten hiervan bevindt zich het wagenhuis. Naamgeving verwijst naar een notelaar die tot voor kort op het erf stond.

Op de Ferrariskaart van 1770-1778 zijn twee parallelle gebouwen opgetekend op een omhaagd perceel. Op het primitief kadasterplan (circa 1834) zijn het boerenhuis, de schuur en het wagenhuis weergegeven als eigendom van de kinderen van Jacobus Le Noir, rentenier te Oostende. Op dit plan bevinden het boerenhuis en de schuur zich binnen een vierkante omwalling met twee openingen. Volgens het kadaster wordt het boerenhuis in 1885 vergroot tot een rechthoekige plattegrond.

Ten zuiden van het erf, boerenhuis. Bewaard volume en naar verluidt bewaarde kapconstructie, recent ingrijpend verbouwd, onder meer nieuw parement en muuropeningen.

Ten noorden van het erf, schuur. Monumentaal volume in oranje baksteen onder zadeldak (recent herlegd in rode mechanische pannen, oorspronkelijk rode Vlaamse pannen). Oorspronkelijk dwarsschuur, zie centrale dwarsdoorrit met nieuwe poort, recent ook langse doorrit ingebracht in zuidoostelijke zijgevel met nieuw parement. Gedeeltelijk omgevormd tot stal, zie stalvensters onder betonnen latei in de langsgevel. Dorsruimte met eikenhouten krukgebinte, tasgedeelte met eiken ankerbalkconstructie en wanden in stijl- en regelwerk met beplanking, nu deels versteend, op roodbakstenen sokkel. Eikenhouten flieringkap met schaarspanten vergaard met pen-en-gatverbindingen.

Ten oosten van het erf, vrijstaand 18de-eeuws wagenhuis. Volume in stijl- en regelwerk onder schilddak (rode Vlaamse pannen) met brede geknikte dakoverstek. Bestaande uit vijf eikenhouten ankerbalkgebinten met korbelen op roodbakstenen voeting. Zijdelings verlengd dakschild op standvinken. Dak onder eikenhouten gordingenkap met schaargebinten.