Smal rijhuis van één travee en vier bouwlagen, zadeldak, van circa 1925. Witgeschilderde lijstgevel met cementbepleistering in art-decostijl. Begane grond afgelijnd door plat cordon; bovenverdieping begrensd door vlakke pilasters die boven de kroonlijst eindigen op driehoekige bekroningen. Trapezoïdale erker met balustrade waarin art-decoleuning. Drielichten van bovenste verdieping in rechthoekig verdiept boogveld. Borstweringen met kleine vierkante panelen met reliëfvulling. Rondboogdeur omlijst met reliëfband met spiraalmotief.