erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Andries met kerkhof

bouwkundig element
ID
208898
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/208898

Juridische gevolgen

Beschrijving

Oostelijk georiënteerde kerk heropgebouwd in 1910-1911 naar ontwerp van de Kortrijkse architect Jules Carette en geïnspireerd op de 13de-eeuwse vroeggotische kerk. Het dubbel Lotharings kruis op de toren verwijst naar het hier bewaarde relikwie van het Heilig Kruis dat in 1442 werd geschonken door Gerard Clement (data onbekend) uit Lotharingen.

De kerk is gelegen in een omringend kerkhof, afgezoomd door haagbeuk. Langsheen de kerk loopt een druipstrook van bakstenen op hun kant, ten noorden enkele grasperkjes. Toegangspad verhard met betonklinkers en afgelijnd door haag van haagbeuk.

Geschiedenis van de kerk

Het patronaat van de kerk behoorde toe aan de benedictijnenabdij van Sint-Andries te Brugge en aan de bisschop van Doornik.

Circa 1200: vermoedelijk in het begin van de 13de eeuw wordt in Zande een vroeggotische kruiskerk gebouwd, samengesteld uit een éénbeukig schip, een transept, een diep uitgebouwd koor - alle drie onder even hoge daken -, en een achthoekige toren.

1250-1300: in de tweede helft van de 13de eeuw wordt de parochie opgericht uit Gistel waar de abdij en bisschop de patroonheiligen leverden.

1442: schenking van een relikwie van het Heilig Kruis door Gerard Clement (data onbekend) uit Lotharingen. De legende verhaalt dat toen hij door de Saracenen gevangen was genomen en als slaaf aan de Joden verkocht, de Heilige Kruisreliek in een insnede in zijn been was verborgen. Na zijn vlucht belandde hij op zijn zwerftochten te Brugge, waar hij zijn geheim verklapte aan een priester, die hem ertoe aanzette de reliek aan de kerk te schenken. Hij sloeg die raad in de wind en zette zijn zwerftochten voort. Terwijl hij van Zevekote (Gistel) over de Speersweg naar Zande trok, begon zijn been te bloeden. Hij kreeg berouw en gaf de reliek aan de kerk van Zande.

1548: een akte vermeldt dat de kerk voorzien is van een gracht.

1571-1601: weergegeven op de grote kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1571) gekopieerd door Pieter Claeissens (1601) als stenen kerk met toren met een omgaande weg zonder bebouwing.

1625: een jaarsteen in de westgevel verwijst volgens de literatuur naar toenmalige herstellingen.

1699: de kerk wordt volledig afgebrand door de Franse troepen en blijft jarenlang als ruïne staan.

1698-1700: de kerk ondergaat nogmaals een reeks herstellingen.

1740: weergegeven op een kaart als een éénbeukige roodbakstenen kerk onder leien daken met een schip van drie traveeën, een transept van twee traveeën en een vieringtoren met bekronend Lotharings kruis. 1764: herstelling aan de kerk.

1770-1778: weergegeven op de Ferrariskaart als een kruiskerk binnen een deels omwalde site met omringend kerkhof.

1824-1829: herstellen van de kerk en verfraaien van het interieur onder leiding van architect Van Caeneghem.

1844: vergroten van de kerk door provinciaal architect Pierre Buyck (Brugge, 1805-1877).

1881: de toren ondergaat een gedeeltelijke herstelling.

1903: bij herstellingswerken aan het schip en de toren stort op 4 december 1903 de toren in. Dit brengt meteen de vernieling mee van het grootste deel van de kerk. Alleen enkele muurgedeelten van de beuk en van het transept blijven overeind. Na het instorten wordt niet ver daar vandaan een houten noodkerkje opgericht. Bij de reconstructie worden oude stenen (moefen van 3 kg) uit de jaren 1200 opnieuw gebruikt, een eindje oude muur ten noorden is gebleven.

1909-1910: de kerk wordt herbouwd onder leiding van de Kortrijkse architect Jules Carette, rekening houdend met wat tijdens de restauratie aan het licht was gekomen. De gelijkenis met de nog intacte 13de-eeuwse toren van buurdorp Moere (Gistel) is treffend. De kerk heeft een vieringtoren, het smeedijzeren Lotharings kruis bekroont de torenspits. Bij de reconstructie worden drie traveeën van het schip en het transept gerecupereerd. Er worden een nieuwe toren, koren, sacristie, traptoren en nutsgebouw aangebouwd. De architect ontwierp ook het hoogaltaar, het Onze-Lieve-Vrouwaltaar en de preekstoel.

1922: een nieuw orgel door orgelmaker Frans Vos uit Zichem wordt geïnstalleerd. Het vorige orgel met twaalf registers ging tijdens de Eerste Wereldoorlog verloren. Mogelijk betrof het nog het orgel van 1865 door Pieter Loncke uit Hoogstade.

1945: op een foto van 1945 is de kerk is nog omhaagd en de weg is verhard met kasseien

Beschrijving van de kerk

De plattegrond ontvouwt: een éénbeukig schip van drie traveeën, een transept van twee traveeën met vieringtoren en telkens een rechthoekig zijkoor ten oosten, een éénbeukig koor van drie traveeën met rechte afsluiting. Ten zuidoosten aangebouwde bergruimte en een sacristie van twee traveeën breed. In de zuidwestelijke oksel van het transept een ronde traptoren.

Materialen. Rood- en bruinkleurige baksteenbouw in combinatie met blauwe hardsteen voor de dekstenen. Gebruik van natuurleien voor de afzaten en de bedaking, geglazuurde vorstpannen.

Exterieur. Sobere vormgeving, puntgevels met schouderstukken geritmeerd door spitsboogvensters onder druiplijst, op de hoeken overhoeks geplaatste, verjongende steunberen. Onder de gootlijst een bloktandlijst met kwartronde profilering. Verdiepte rondbogige toegang met druiplijst onder spitsboogvenster met rechthoekig geprofileerde dagkanten. Octogonale vieringtoren horizontaal belijnd door rondboogfries en bloktandlijst en opengewerkt door spitsbogige galmgaten onder druiplijst. Aan de noordgevels zijn drie oude grafplaten opgesteld: een grafsteen van Joos van Toortelboom (1700), van Joannes van de Waele (1614) en een marmeren grafsteen van Pieter van Huysseune (1711).

Interieur. Bepleisterde en witgeschilderde wanden onder spitstongewelven afgewerkt met beplanking. Cementtegels in rode, zwarte en gele effen kleur. Wanden van schip worden geritmeerd door blinde spitsboognissen. Spitsboogvensters ingevuld door glas-in-loodpanelen met eenvoudige geometrische motieven.

Mobilair. Doopvont in marmer, rood- en geelkoper (19de eeuw), gekleed beeld van Onze-Lieve-Vrouw met scepter en Kind met wereldbol (18de eeuw), beeld van het Heilig Hart (19de eeuw), een schilderij met de bewening van Christus (17de eeuw), schilderij met de kruisiging van Jezus (18de eeuw). Drie bronzen klokken gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, Heilige Andreas en Heilig Kruis van 1927 door Felix Van Aerschodt. De kerk bewaart een Heilig Kruisreliek in verguld zilver uit de eerste helft van de 17de eeuw met een stukje van het Heilig Kruis dat in 1442 door Gerard Clement uit Lotharingen zou zijn geschonken.

  • Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, Documentatiecentrum, Kaarten en plattegronden K.C.M.L.
  • Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, Archief orgelinventarisatie.
  • Rijksarchief Brugge, Fonds Mestdagh, nr. 2086: Carte fig. d'une ferme et de terres. Water. Zevecotehoek et de G. W. over de waere Propr. Marie Acaert, Aut. : Jean-B. Muuls, G.J.F., Cop. de 1784 janvier 20, d'apres une carte de 1740.
  • DANHIEUX L., Inventaris kerkfabriek Zande, in Inventarissen van archieven van kerkfabrieken. Deel V, Brussel, 1968, p. 43-46.
  • DE FLOU K., Woordenboek der Toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1914, kolom 546.
  • DEREEPER T., Koekelare in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1972, prentkaarten 37, 38.
  • LANSENS P., Volkssage: de Geeraertsbloemtjes te Zande, in Coclariensia. Jaarboek, jg. 1, Koekelare, 1980, p. 31.
  • ROOSE-MEIER B., VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Kanton Torhout, Ministerie van Nederlandse Cultuur Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Brussel, 1976, p. 18-19.
  • ROOSE B., Repertorium van bronnen voor Kunst- en Cultuurgeschiedenis in het archief van de provincie West-Vlaanderen (3de afdeling) 1817-1879, Brussel, 2001, p. 394.
  • SEYS R., Zande. Sint-Andries, in MUYLAERT F. (red.), Kerken in West-Vlaanderen. Deel 1: Parochiekerken decanaten Izegem – Lichtervelde – Roeselare – Staden – Tielt – Torhout, Roeselare, 1991, p. 151-153.
  • Waar de Geeraardsbloempjes bloeien, in Infogids Koekelare: de Mokker – Bovekerke – Zande 1995-1997, Koekelare, 1996, p. 65.
  • Zande, in HASQUIN H., Gemeenten van België. Geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek. Deel 1: Vlaanderen, s.l., 1980, p. 1265-1266.

Bron: VANNESTE P. & BAERT S. met medewerking van BOONE B., CREYF S. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Koekelare, Deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Baert, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De gotische bakstenen kruiskerk werd niet gebouwd in het begin van de 13de eeuw, maar later, in de jaren 1260-1300. Hierop wijzen de nog voor de vernieling in 1903 waargenomen baksteenformaten in het noordtransept. Deze bijgestelde datering komt overeen met de oprichting van de parochie van Zande in de tweede helft van de 13de eeuw.

  • DEBONNE V. 2015: Uit de klei, in verband. Bouwen met baksteen in het graafschap Vlaanderen 1200-1400, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Katholieke Universiteit Leuven, Leuven.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Omvat
    Kerkhof rond de Sint-Andrieskerk

  • Omvat
    Orgel kerk Sint-Andries

  • Is deel van
    Sint Andriesstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Andries met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/208898 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.