Hoekhuis van vier bouwlagen, onder zadeldak (Vlaamse pannen), volgens archiefstukken van 1922. Witte, bepleisterde voorgevel van vier traveeën met dubbelhuisopstand, brede afgekante hoektravee gemarkeerd door een erker en links zijgevel van twee traveeën, met neoclassicistische inslag. Begane grond met omlopende horizontale banden en cordonlijst. Rechthoekige muuropeningen, op de eerste twee bovenverdiepingen per travee ingeschreven in geriemde omlijstingen met oren, onder kroonlijst op afgeplatte consoles. Lagere bovenste verdieping onder omlopende kroonlijst op klossen. Recentere zijaanbouw links en rechts.