In de oostelijke helft van de Pacificatiestraat zijn een reeks gaaf bewaarde en fraai afgewerkte eind-19de- en begin-20ste-eeuwse neoclassicistische burgerhuizen geconcentreerd. Dit samenstel drie burgerwoningen, gebouwd rond 1898 voor rekening van P. Van Dijck, is hier een uitstekend voorbeeld van. Het is tevens een goed voorbeeld van de standaardarchitectuur op het Zuid, waar aannemers en investeerder vaak drie woningen tegelijkertijd bouwden, en het centrale huis doorgaans een iets hogere kroonlijst en een rijkere uitwerking kreeg.
Het betreft drie woningen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken, met bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels die volgens de eind-19de-eeuwse conventies werden opgebouwd en afgewerkt: houten kroonlijst, hardstenen plint, kordons en doorlopende onderdorpels om de bouwlagen af te lijnen, imitatievoegen of imitatiebossage, regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen, accent op de centrale travee. De middelste woning (54) is geaccentueerd door een kroonlijst op consoles, doorbroken door een driehoekig fronton. Deze vormt de bekroning van de centrale travee, die verder met pilasters, een versierd boogveld en een balkon met balustrade is gedecoreerd. De twee flankerende woningen (52, 56) zijn identiek, met kroonlijsten op klossen en modillons en een centraal balkon met ijzeren leuning en een deurvenster met gebogen fronton. Het oorspronkelijke schrijnwerk is slechts gedeeltelijk bewaard.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1898 # 1423.