Deze twee burgerhuizen werden samen met het tussenliggende nummer 51 gebouwd als neoclassicistische ensemble voor rekening van F.C. Mertens rond 1898. De huizen tellen drie traveeën en drie bouwlagen, onder zadeldaken. De nummers 49 en 53 waren oorspronkelijk elkaars spiegelbeeld, voordat nummer 49 in het interbellum en kort na zware vernielingen in de Tweede Wereldoorlog werd verbouwd, respectievelijk door architect Frits de Mont en architect J. Westenberg. De tussenliggende, iets lagere woning op nummer 51 werd gedecapeerd.
Nummer 53 behield de oorspronkelijke, verzorgde neoclassicistisch afwerking van de bepleisterde en beschilderde lijstgevel. De klassieke elementen zoals houten kroonlijst op klossen, hardstenen plint, rechthoekige muuropeningen, imitatievoegen zijn aanwezig. De centrale travee is op een originele manier geaccentueerd door een balkon en deurvenster met rond fronton gebroken door de balustrade van het bovenvenster; bovenvenster met versierd boogveld en entablement. Nummer 49 had oorspronkelijk dezelfde gevelafwerking als nummer 53. In 1924 en 1946 onderging de woning belangrijke wijzigingen, resulterend in een woning van drie en een halve bouwlaag met gecementeerde gevel met art-deco-elementen. Belangrijkste interbellumelement is het bow-window op de eerste verdieping bekroond met fraai ijzeren balkon. Dit ijzerwerk komt terug in de deur, een element dat eveneens in 1924 werd toegevoegd.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1898 # 1182, 1924 # 19475, 18 # 20366.