Eclectisch samenstel van twee burgerhuizen, ontworpen in 1902 door architect Alexis Van Mechelen. De woningen werden door twee verschillende opdrachtgevers gebouwd, met twee aparte bouwdossiers die elkaar meteen opvolgen: nummer 31 werd gebouwd in opdracht van G. Bruyninckx, nummer 33 voor A. Beukelaer. Alexis Van Mechelen, vanaf 1902 stadsbouwmeester van Antwerpen, heeft een voorkeur voor kleurrijke, origineel uitgewerkte gevels met een eigentijds materiaalgebruik. Deze woningen zijn eenvoudige voorbeelden van deze stijl.

De twee woningen tellen drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Door dezelfde kroonlijsthoogte en –afwerking en door hetzelfde materiaalgebruik voor het parement, zijnde witte baksteen met gele accenten, vormen deze twee woningen een samenstel. Lijstgevels met ver overkragende houten kroonlijst op klossen waaronder hardstenen noppen zijn aangebracht, hardstenen plint, kordons.

Nummer 31 heeft een onregelmatige gevelindeling, met een aparte behandeling voor elke bouwlaag. De begane grond telt drie rondbogige muuropeningen met gele bakstenen rollagen; op de tweede bouwlaag drie smalle rechthoekige deurvensters onder een doorlopend entablement en met een breed balkon met ijzeren leuning; op de derde bouwlaag twee rechthoekige vensteropeningen met doorlopende bovendorpels.

Nummer 33 heeft een regelmatige gevelindeling, met op elke bouwlaag drie rechthoekige muuropeningen: op de begane grond met gele ontlastingsbogen, op de tweede bouwlaag met entablementen en een centraal balkon met ijzeren leuning; bovenvensters met doorlopende bovendorpels. Beide huizen bewaren het originele schrijnwerk.