Rond 1915 wordt de door brand vernielde woning op deze plaats heropgebouwd naar ontwerp van bouwmeester L. Peeters-Rombauts voor de Brusselse weduwe Janssen-Rosaux; de aannemer die de werken uitvoert is L. Peeters-Gowie.
Het is een neoclassicistische woning van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak met een bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel die opgebouwd en afgewerkt is volgens de conventies die sinds eind 19de eeuw voor dit soort woningen golden: houten kroonlijst op klossen met tandfries, hardstenen plint, imitatievoegen op begane grond, kordons en doorlopende onderdorpels, regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen die op de verdiepingen in omlijstingen met oren zijn gevat, accent op centrale travee door balkons met ijzeren leuningen. Onder de kroonlijst een fries met stucdecoratie (bloemenmanden). Het schrijnwerk is gaaf bewaard; een element dat typisch is voor de bouwperiode van de woning is de fijne roedeverdeling van de bovenlichten van de muuropeningen op de begane grond. De plattegrond kreeg de klassieke typologie van de burgerwoning, met een suite van salon, eetkamer en veranda, geflankeerd door de smalle vestibule en het trappenhuis op de begane grond.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1915 # 6542.