Dit ensemble van twee neoclassicistische burgerhuizen ontstond in verschillende fases, met een zeer evenwichtige façade als gevolg. De rechter woning (26) werd rond 1890 gebouwd voor Willem Guerts naar ontwerp van aannemer Ed. Suetens. Van de linker woning met poortdoorgang (28) vonden we het bouwdossier niet, maar wellicht werd het ongeveer gelijktijdig gebouwd. In 1913 voert de firma Suetens Frères verbouwingen uit aan de woning op 28 in opdracht van Ph. Geurts, die op nummer 26 woont. Het bouwdossier laat interne wijzigingen zien en een aanpassing van de gevel in de poorttravee. Het is waarschijnlijk dat op dat moment beide gevels eenzelfde afwerking kregen. Op de binnenkoer achter de woningen zijn een paardenstal, een nieuwe garage en een atelier voor diamantslijpers aanwezig.
Het ensemble bestaat uit twee woningen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. De bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels zijn met een doorlopende kroonlijst op klossen afgewerkt en een identieke hardstenen plint. Ook de imitatievoegen op de begane grond, de plaatsing van de muuropeningen en de omlijstingen, zijn identiek en onderstrepen de ensemblewerking. De poorttravee is risaliterend uitgewerkt, met een balkon, deurvenster met fronton en imitatievoegen op de tweede bouwlaag. Zowel het houtwerk van de poort (28) als van de voordeur (26) is gaaf bewaard, met paneelafwerking en bovenlicht. Ook het schrijnwerk van de ramen is bewaard.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1890 # 266, 1913 # 4760.