Deze grote burgerwoning in beaux-artsstijl werd in 1909 ontworpen door architect Eugène Dieltiëns, die ook eigenaar was van de woning. Gezien de luxueuze uitvoering van het natuurstenen parement, nemen we aan dat hij het pand als eigen architectenwoning liet bouwen, hoewel hij tot 1923 vanuit de Jodenstraat correspondeerde.
De woning telt drie traveeën en drie bouwlagen op hoog souterrain, onder mansardedak. De lijstgevel kreeg een eenvoudige houten kroonlijst en een hardstenen plint. Zeer verzorgd natuurstenen parement, dat horizontaal wordt geritmeerd door de imitatievoegen op de begane grond, de kordonlijsten, de friezen en de doorlopende onderdorpels. De rechthoekige muuropeningen zijn regelmatig geplaatst en kregen een sobere, bijzondere afwerking. De voordeur wordt geaccentueerd, door de bekroning met een entablement met palmettenfries, steunend op Ionische kapitelen. Deze ornamentiek werd ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. De vensteropeningen op de eerste bouwlaag kregen een rechthoekige, zeer sobere bekroning. Op de tweede bouwlaag kregen de vensteropeningen een entablement, de bovenvensters een aparte, frontonvormige bekroning. De friezen met noppen en meanders die over de gevel lopen zijn eveneens typische Lodewijk-XVI-elementen. Het schrijnwerk werd vervangen.
De plattegrond van de woning is klassiek 19de-eeuws, met een enfilade van twee kamers, geflankeerd door een gang met trappenhal. Achter salon en eetkamer, in de lagere achterbouw een veranda, achter het trappenhuis een kabinet. Op de verdiepingen dezelfde indeling voor de slaapkamers. In het souterrain zijn keuken, voorraad- en wijnkelder ondergebracht.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1909 # 131.