Deze vijf neoclassicistische burgerwoningen werden als ensemble gebouwd door de familie Van den Berghe rond 1885. Er werden twee dossiers aangevraagd: een eerste dossier voor twee woonhuizen door architect Ant. Van den Berghe-Le Roy voor rekening van Ed. en Ant. Van den Berghe; het tweede dossier voor drie woningen werd ingediend door de aannemers G.J. Van den Berghe en zoon voor rekening van G.J. Van den Berghe, Stephanie Van den Berghe en Marie Van den Berghe. Architect en aannemers zijn op hetzelfde adres gevestigd in de Begijnenvest 98. Wellicht gaat het hier om een reeks opbrengsteigendommen die de familie liet bouwen. Op de geveltekeningen in de bouwdossiers kregen de twee sets een andere gevelafwerking. Bij de realisatie werd echter gekozen voor een eenheidsbebouwing, waarbij de centrale woning iets hoger werd uitgewerkt.

Het ensemble is een zeer goed voorbeeld van de standaardbebouwing op het Zuid, bestaande uit rijhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken, met een standaard neoclassicistische lijstgevel. Veel van deze woningen werden in reeksen van twee, drie of vijf gebouwd, wat een ideale manier van bouwen was voor investeerders. Typisch is de iets hogere en rijkere uitwerking van de centrale woning in het samenstel. Deze woningen kregen een eenvoudige gevelafwerking, met een kroonlijst op klossen, hardstenen plint, kordons en doorlopende onderdorpels, regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen die op de verdiepingen in omlijstingen zijn gevat, imitatievoegen op de begane grond en accent op de centrale travee door een balkon. Het schrijnwerk in ramen en deuren is grotendeels bewaard.