Vrij homogene rij van vier neoclassicistische burgerhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Samen geven ze een beeld van de kenmerkende architecturale standaardarchitectuur van het Zuid. Sobere, bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels voorzien van de klassieke, conventionele elementen: houten kroonlijst op klossen of modillons al dan niet voorzien van een tandfries, hardstenen plint, kordons en doorlopende onderdorpels, regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen die op de verdiepingen in omlijstingen zijn gevat, imitatievoegen op de begane grond. Bij de nummers 20 tot 24 wordt de centrale travee benadrukt door een balkon.
Nummer 18 heeft een zeer sobere gevel en werd in 1901 ontworpen door architect Nestor Gerard voor François Poupaert en is op vlak van schrijnwerk het minst gave voorbeeld uit de rij. Nummer 20 is een sterk gelijkend voorbeeld waarvan het bouwdossier niet werd teruggevonden. Nnummer nummer 22 werd rond 1900 door de Borgerhoutse aannemer L. Schilders gebouwd voor zijn buurman Alshof; de woning telde oorspronkelijk twee bouwlagen onder mansardedak, maar werd later verhoogd, conform de flankerende woningen. De gevel is versierd met een fries met palmetten, fraaie vensteromlijstingen, een entablement, fijn uitgewerkt ijzeren balkonleuning. Het schrijnwerk is gaaf bewaard. Nummer 24 werd rond 1900 gebouwd in opdracht van Jos. Torfs. De centrale travee is risaliterend uitgewerkt met imitatievoegen. Een ander detail van deze woning zijn de versierde sluitstenen in de omlijsting van de bovenvensters.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1901 # 1642 (18), 1901 # 113 (22), 1900 # 823 (24).