Deze drie grote meergezinswoningen met handelsgelijkvloers zijn gebouwd rond 1921 als opbrengstproject van J. Hermans naar ontwerp van architect Louis De Vooght. Schaal en functie van dit wederopbouwpand passen perfect in het straatbeeld.
Reeds in 1904 diende koopman J. Hermans een bouwdossier in voor de bouw van vijf huizen met aanhorigheden op zijn gronden in de Volkstraat. Het ontwerp voor dit complex werd getekend door architect Arthur Vander Heyden. Hermans voerde dit goedgekeurde project niet uit, maar diende in 1905 een nieuw bouwdossier in voor de bouw van vijf huizen met feestzaal op de begane grond en badhuis op de verdieping. Deze nieuwe aanvraag werd geweigerd door de stad; Hermans werd tevens verplicht de eerdere bouwplannen uit te voeren. Na de nodige briefwisseling, kwam het in 1907 tot een totaal nieuwe aanvraag voor de bouw van vijf huizen met expliciete vermelding er "geene Dans of Feestzaal in te richten als ook geen kalk of kolenmagazijn". De plannen bij dit laatste dossier zijn vervaagd; er is geen naam van architect af te lezen. Het gaat om een ensemble met sobere lijstgevels, bovenaan met een bloemenfries afgezoomd, met nadruk op het centrale, hogere pand dat als risaliet is uitgebouwd. Dit project werd uitgevoerd. De vijf panden werden echter in oktober 1914 totaal vernield door oorlogsgeweld, samen met de belendende huizen tussen de Kronenburg- en de Scheldestraat. In 1921 diende Hermans een dossier in, met een ontwerp van architect Louis De Vooght. Het betreft "het heropbouwen van twee huizen en 1 koopmanshuis".
De drie panden zijn als een ensemble uitgewerkt, bestaande uit vier bouwlagen onder mansardedak en in totaal zeven traveeën. Het betreft een symmetrisch opgebouwd complex, met een centrale open doorgang die leidt naar het achterhuis met magazijnen en een woning. Links en rechts van de doorgang, twee meergezinswoningen met winkelgelijkvloers. Het ensemble kreeg een bepleisterde lijstgevel in sobere neoclassicistische stijl. Het centrale pand, bestaande uit één brede travee, is als risaliet uitgewerkt en werd bekroond met een dakvenster dat in een driehoekig fronton is verwerkt. Houten kroonlijst op klossen, bepleisterde bovengevels uitgewerkt als pilastergevel. Het centrale risaliet heeft op elke verdieping drie gekoppelde rechthoekige vensteropeningen. De flankerende panden hebben regelmatig geplaatste rechthoekige vensteropeningen en op de begane grond houten winkelpuien. In het rechter pand (21) is deze pui volledig intact bewaard: centrale winkeldeur met gedeeld bovenlicht, links en rechts etalagevensters met afgeronde hoeken en dito bovenlicht.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1904 # 1819, 1907 # 1375, 1921 # 10923.