De percelen in dit deel van de straat worden verkaveld in 1877, in het kader van de verkaveling van de nieuwe wijk het Zuid. In 1883 wordt op deze plaats een groot, breed perceel getrokken, waarvan telkens een smal perceel van wordt afgesneden voor de bouw van een huis. Het perceel van deze woning wordt gevormd en bebouwd in 1894 en bestaat uit een voorhuis en een achterhuis, waartussen zich een kleine koer bevindt. Deze mutatie komt overeen met de bouwaanvraag voor een huis met schrijnwerkerij die M. Hendrikx in 1893 indient, maar waarvan de geveltekening in het stadsarchief niet is bewaard.
Neoclassicistisch burgerhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder leien mansardedak met twee dakvensters met gebogen fronton. De bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel is zeer verzorgd afgewerkt volgens de neoclassicistische conventies: houten kroonlijst op klossen, een hardstenen plint, imitatievoegen op begane grond, kordons en doorlopende onderdorpels, regelmatige geplaatste rechthoekige muuropeningen. De begane grond telt vier traveeën, met links een poort en rechts de voordeur; deze bouwlaag is bekroond door een fijn gesculpteerde fries. De bovenvensters zijn omlijst, extra versiering voor de vensters op de tweede bouwlaag, met plantenslingers op de borstweringen en versierde sluitstenen. Onder de kroonlijst, panelen met maskers en plantenslingers in stucwerk. De gevel is zeer gaaf bewaard, met onder meer ook het originele schrijnwerk van ramen en deuren.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1893 # 506.
- Archief van het kadaster provincie Antwerpen, reeks 207: Antwerpen, 11de afdeling, Sectie L, 1877/36, 1883/87, 1894/54.