Dit samenstel van identieke neoclassicistische woon- en winkelpanden is in 1878 ontworpen door Victor Durlet voor provinciaal raadslid Jean Florus. Durlet ontwierp ongeveer tegelijkertijd het grote eclectische appartementsblok op de nummers 60-68; opvallend is dat de twee uiterste panden van dit blok bijna identiek dezelfde, fraai houten winkelpuien hebben als het samenstel op de nummers 56-58. Een bouwaanvraag uit hetzelfde jaar voor Jean Florus en Charles Diels behandelt de twee belendende panden op de nummers 52-54, die oorspronkelijk vergelijkbare gevels hadden. Hoewel deze aanvraag niet gesigneerd is door Durlet, doen opdrachtgever Florus en het gevelontwerp ons besluiten dat ook deze twee woningen ontworpen werden door bouwmeester Durlet. De parementen van de woningen op de nummers 52-54 zijn ondertussen onherkenbaar vervlakt.

Het gaat om twee meergezinswoningen van vier bouwlagen en drie traveeën onder zadeldaken; later uitbreiding door mansardeverdieping. Winkelpuien in houten kader gevat, met centraal etalagevenster geflankeerd door winkeldeur aan de ene en deur naar de appartementen aan de andere kant. Parementen van de verdiepingen bepleisterd en witgeschilderd en voorzien van de conventionele neoclassicistische afwerking die de architectuur op het Zuid zo typeert: houten kroonlijst op klossen, accent op centrale travee met balkon en deurvenster met entablement, regelmatig geplaatste rechthoekige vensteropeningen in omlijsting, kordons en doorlopende onderdorpels.