is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hof van Beroep en Arbeidshof
Deze vaststelling is geldig sinds
Imposant gerechtsgebouw in naoorlogs modernisme, opgetrokken in opdracht van het Ministerie voor Openbare Werken, Bestuur der Gebouwen, naar een ontwerp door de architecten Marc Appel en Jan Welslau uit 1973. Aanleiding voor de bouw was de voor 1975 geplande oprichting van het nieuwe Hof van Beroep van Antwerpen - het vierde in België naast Brussel, Gent en Luik. Bestempeld ‘Voorlopig Gerechtshof’ ter uitbreiding van het oude Justitiepaleis op de Britselei, werd in het nieuwbouwcomplex ook het Arbeidshof van Antwerpen ondergebracht. Wellicht bestond toen al het plan beide gerechtsgebouwen op termijn te integreren in een nieuw op te richten complex. Dit nieuwe Justitiepaleis op de plaats van het voormalige Zuidstation aan de Bolivarplaats, kwam effectief tot stand in 2001-06, naar een ontwerp door de Britse architect Richard Rogers. Het intussen gerestaureerde Justitiepaleis op de Britselei huisvest vandaag enkel het Hof van Assisen van Antwerpen, maar moet op termijn ook onderdak bieden aan het Hof van Beroep en het Arbeidshof. Het gerechtsgebouw op de Waalsekaai zal vervolgens buiten gebruik worden gesteld.
Op de terreinen van het Hof van Beroep en het Arbeidshof, een volledig bouwblok omsloten door de Waalsekaai, de Cockerillkaai, de Visserskaai en de IJzerenpoortkaai, bevond zich sinds 1881 de Zuidersluis, onderdeel van de in 1969 gedempte Zuiderdokken. Aan het ontwerp van Marc Appel en Jan Welslau, ging een project uit 1972 vooraf, door de architecten L. Soete en J.P. Ostin. Dit ontwerp vertrok van eenzelfde typologie en organisatieschema, vermoedelijk opgelegd door het Bestuur der Gebouwen, maar was eenvoudiger van opzet en uitwerking. Het alternatief van Appel en Welslau onderscheidt zich door een grotere architecturale allure, in overeenstemming met de waardigheid van een Gerechtshof. Gezien het een ‘voorlopige’ en op korte termijn te realiseren constructie gold, was ook hun project desondanks onderworpen aan een gelimiteerd budget en een snelle opleveringstermijn. Aannemer van de werken die in 1974 werden voltooid, was de tijdelijke vereniging van de Bouwonderneming Vooruitzicht uit Antwerpen en de baksteenfabrikant Koramic uit Kortrijk. Hoofdarchitect-directeur van het Bestuur der Gebouwen in Antwerpen F. Van Bogaert, droeg de eindverantwoordelijkheid over het project uit hoofde van de opdrachtgever, het Ministerie van Openbare Werken.
Marc Appel en Jan Welslau debuteerden in 1946 als jonge associés met het bekroonde wedstrijdontwerp voor het Provinciaal Veiligheidsinstituut in de Jezusstraat, opgetrokken in 1949-1954. Kort daarna wonnen zij ook de architectuurwedstrijd voor het Provinciaal Instituut voor Voedingsbedrijven van Antwerpen in de Desguinlei, dat in 1959-65 tot stand kwam. Het Hof van Beroep en Arbeidshof behoort samen met de Stadsschouwburg aan het Theaterplein en de sociale woontorens van de wijk Vinkenvelden in Hoboken, tot de belangrijkste realisaties van het in de jaren 1960 en 1970 bijzonder succesvolle architectenbureau, dat zowel actief was in de publieke als de private sector. Hun productie uit deze periode omvat een groot aantal schoolgebouwen, naast stadswoningen, villa's, flats en kantoorgebouwen. De grotere projecten worden gekenmerkt door een brutalistische architectuuropvatting, zowel in de vormgeving als het materiaalgebruik, met aandacht voor systeembouw en kunstintegratie.
De opbouw van het complex, een U-vorm uit strakke balkvormige volumes, wordt bepaald door de tweeledige functie en de opsplitsing in publieke en kantoorruimten van het Hof van Beroep en Arbeidshof. Twee parallelle torengebouwen van respectievelijk acht en zes verdiepingen, zijn op het niveau van begane grond en eerste verdieping verbonden door een sokkel, die de volledige oppervlakte van het bouwblok beslaat. Een overstekend paviljoen boven de hoofdingang zijde Waalsekaai, gemarkeerd door een geplooide dakstructuur, herbergt de plechtige zittingzaal van het Hof van Beroep. Een gelijkaardig paviljoen, dat onderdak biedt aan de gemeenschappelijke bibliotheek, vormt bovenop de sokkel de schakel tussen beide torengebouwen. Gefundeerd op boorpalen die tot 15m diep door de oude sluisvloer breken, is het complex opgetrokken met een betonskelet. Voor de gevelopstanden werd een parement uit zwart baksteenmetselwerk in tegelverband toegepast, vermoedelijk opgebouwd uit geprefabriceerde gevelpanelen. Het voegpatroon van deze laatste structureert de gevelvlakken met een modulair raster, waaraan ook de vensterordonnantie van de kantoortorens onderworpen is. Repetitieve registers van rechthoekige deurvensters, worden verticaal gestructureerd door smalle muurdammen, en horizontaal door doorlopende borstweringen die op de uitstekende balkenkoppen rusten. De geprefabriceerde gevelelementen uit wit beton van deze laatste, met een structuurpatroon in reliëf, verlenen een plastisch accent aan de orthogonale torenvolumes, nog versterkt door het kleurcontrast. Opgevat als een claustra, manifesteert de topgeleding zich als technische verdieping, bekroond door een fries uit gelijkaardige betonelementen. In het gevelparement van het Arbeidshof zijde Cockerillkaai is een geometrisch abstracte wandcompositie geïntegreerd, uitgevoerd in witte, roomkleurige, licht- en donkergrijze gevelsteen van hetzelfde type. De auteur van dit monumentale kunstwerk is niet gekend.
De plattegrond van beide gerechtelijke hoven is georganiseerd rond een centrale wandelzaal, onderling verbonden via een doorgang, met telkens het inkomportaal in de middenas. De wandelzaal van het Hof van Beroep strekt zich over twee bouwlagen uit, met een galerij op de eerste verdieping. Op de begane grond bevinden zich de verschillende zittingzalen, zeven in totaal elk met hun raad- en getuigenkamers. De eerste verdieping wordt in hoofdzaak ingenomen door de plechtige zittingzaal met raadkamer van het Hof van Beroep over de volledige breedte van het gebouw, de bibliotheek tussen beide torens in, en twee kleinere zittingzalen van het Arbeidshof. Beide torens herbergen op de hogere verdiepingen de griffies, kabinetten, kantoren, kleedkamers en vergaderzalen van respectievelijk het Hof van Beroep en het Arbeidshof, geschikt aan weerszij van een middengang. Het interieur van het complex is veeleer sober van afwerking, vooral gekenmerkt door de combinatie van schoon metselwerk en zichtbeton voor de wanden.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Waalsekaai
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hof van Beroep en Arbeidshof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/209263 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.