erfgoedobject

Ensemble ontworpen door Delpierre, Groep B

bouwkundig element
ID
209271
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/209271

Juridische gevolgen

Beschrijving

Dit opvallende ensemble van meergezinswoningen met achterliggende magazijnen in neo-Vlaamse renaissance werd rond 1879 gebouwd naar ontwerp van de Brusselse architect J.V. Delpierre in opdracht van de Waalse baron de Senzeille. Van elk van de zes bouwblokken tussen de Scheldestraat en de Gillisplaats, kocht de Senzeille de centrale percelen op. Delpierre realiseerde er zes gelijkaardige groepen op de Vlaamsekaai voor de Senzeille, waarmee hij in totaal 180 meter of 45 procent van de totale lengte van de Vlaamsekaai invulde. Met de rode bakstenen gevels, voorzien van rijke, pittoreske neo-Vlaamse-renaissance-ornamentiek, beantwoordde Delpierre aan de verwachtingen van de S.A. du Sud d’Anvers, die deze "betere" bouwstijl verkoos boven de gestandaardiseerde neoclassicistische ontwerpen. Neorenaissance gevels vertegenwoordigden tevens door hun exclusievere ontwerpen en door de duurdere bouwmaterialen een betere sociale status van de bouwheer. Bij het beoordelen van de bouwdossiers, poogde men er voor te zorgen dat de volledige Vlaamsekaai in deze bouwstijl zou bebouwd worden. In dat opzicht zette Delpierre met zijn realisaties de toon voor de verdere ontwikkeling van de Vlaamsekaai.

De zes ensembles die Delpierre ontwierp op de Vlaamsekaai zijn telkens volgens hetzelfde basisplan ontworpen. Telkens gaat het om lijstgevels met parement in bak- en natuursteen, afgewerkt met een houten kroonlijst op klossen die doorbroken wordt door dakvensters met brede topgevels. Door de variaties in de pittoreske ornamentiek, creëerde Delpierre afwisseling. Verschillende soorten geveltoppen, erkers en balkons, hoektorentjes worden gecombineerd, waardoor elke groep een eigen karakter krijgt. Omwille van dezelfde structuur van plattegrond en gevelopbouw, wordt maar één bouwaanvraag ingediend, met per ensemble een aparte geveltekening; de architect benoemt de verschillende ensembles van "groupe A" tot "groupe F".

De gevelbreedte van één groep bedraagt in totaal 30 meter, de percelen zijn allemaal ongeveer 30 meter diep waarbij de voorhuizen 12 meter diep zijn en de binnenkoeren drie meter; de magazijnen variëren in oppervlakte, naargelang de diepte van het perceel dat naargelang de ligging in het bouwblok kan verschillen. Elk ensemble telt in totaal negen traveeën en drie bouwlagen onder een hoog zadeldak met grote dakvensters in de geveltoppen. Het gaat telkens om een symmetrisch ensemble, door Delpierre "maison jumelles" genoemd, gespiegeld rond een smalle centrale travee waarin de deuren naar de appartementen op de verdiepingen zaten. Aan beide zijden van deze centrale deurtravee voorzag Delpierre aan straatzijde telkens twee meergezinswoningen: in de uiterste travee een tweede smalle deurtravee, centraal een poortdoorgang die leidt naar een vijf- of zevenzijdige binnenkoer waaraan telkens twee magazijnen palen. De meergezinswoningen aan straatzijde zijn ingedeeld volgens het klassieke 19de-eeuwse model met een enfilade van drie kamers verbonden door een gang in de beide deurtraveeën. Op de begane grond werden deze ruimtes oorspronkelijk voorzien als bureel of appartement, gezien het ontbreken van etalages met aparte toegang in het bouwdossier. Momenteel zijn de meeste panden verbouwd, met inrichting van de begane grond als winkelgelijkvloers. Op de verdiepingen worden eveneens ruime appartementen voorzien, toegankelijk vanuit een trappenhuis in de deurtraveeën. Ook de hoge zolderruimtes, verlicht door de als trap- of topgevel uitgewerkte dakvensters, werden overal als appartement verhuurd.

Het tweede dossier van de reeks die Delpierre voor baron de Senzeille indiende in 1879 bevat de geveltekening van het "ensemble de la façade du groupe B", de huidige nummers 20 tot 23. In dit dossier verwijst men naar het eerste dossier voor de goedkeuring van de bouwaanvraag. Groep B wordt gekenmerkt door de brede, spitsboogvormige topgevels in de poorttraveeën en de verticaal doorlopende driezijdige bakstenen erkers in de poorttraveeën en een bakstenen liseen in de centrale deurtravee. Opvallend aan dit pand is dat er rond 1943 een extra verdieping werd gebouwd in opdracht van eigenaar Paul Volkaerts, tussen de bestaande geveltoppen in; het ontwerp werd gemaakt door bouwmeester Alfred Portielje. De begane grond wordt met een natuurstenen kordonlijst en een hardstenen plint afgelijnd. Deze is gewijzigd in functie van het gebruik als handelszaken, met onder meer de verbouwing van de twee centrale deuren tot één brede rondboogdeur rond 1942 naar ontwerp van architect A.J.V. Portielje en de verandering in elke travee van de drie smalle, gekoppelde vensters in brede etalagevensters. De poorten zijn korfbogig en hebben een brede natuurstenen omlijsting; in de poorttravee verder de verticaal doorlopende erker, geaccentueerd door negkettingen en kruiskozijnen. Voor de andere vensteropeningen kiest Delpierre kloosterkozijnen en natuurstenen kruiskozijnen, al dan niet met waterlijst en negblokken; deze zijn deels gewijzigd.

De achterliggende magazijnen werden verhuurd als opslag- of werkplaats, meestal met een handel die rechtstreeks te maken had met de Schippersdokken, waar de aanvoer van vis, steenkool, bouwmaterialen en slachtvee werd georganiseerd. In de milieuvergunningen vinden we voor de twee laatste decennia van de 19de eeuw aanvragen terug voor onder meer smidsen op nummers 20, 21 en 22, een kaasmagazijn en een werkhuis voor meubelmaker van Sweevelt op nummer 22, een magazijn voor vis op nummer 23. Opvallend is verder dat er voor elk huisnummer consequent ook een ruimte als paardenstal is ingericht, een evidentie omdat tot aan de Eerste Wereldoorlog alle vervoer vanuit deze handelszaken grotendeels met paard en kar gebeurde.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1879 # 1048, 18 # 16005, 18 # 18228.
  • Stadsarchief Antwerpen, Milieuvergunningen, 25 # 4249, 25 # 5447, 25 # 6652, 25 # 10904, 25 # 15307, 25 # 18855, 25 # 21054.
  • PRIMS L. & DE MEYER R. 1993: Het Zuid (Antwerpen 1875-1890). Architectuur & maatschappij, Antwerpen, 131-142, 236-237.
  • STYNEN H. & DUVOSQUEL J.-M. (ed.) 1993: Omtrent het Antwerpse "Zuid", Monumenten "be"leven, Brussel, 50-51.

Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Ensemble ontworpen door Delpierre, Groep A

  • Is gerelateerd aan
    Ensemble ontworpen door Delpierre, Groep C

  • Is gerelateerd aan
    Ensemble ontworpen door Delpierre, Groep D

  • Is gerelateerd aan
    Ensemble ontworpen door Delpierre, Groep E

  • Is gerelateerd aan
    Ensemble ontworpen door Delpierre, Groep F

  • Is deel van
    Vlaamsekaai


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble ontworpen door Delpierre, Groep B [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/209271 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.