Dit indrukwekkende neoclassicistische complex werd rond 1903 gebouwd voor madame weduwe Lenders, wonende op de Gentplaats nummer 7. Het bouwdossier vermeldt geen ontwerper.

Het is een groot, statig pand dat het volledige brede hoekperceel van de Waalsekaai met de spoorlijn ter hoogte van de Schaliënstraat in beslag neemt: deze spoorlijn was een parallelle lijn met die op de Scheldekaaien. Als de brug over de Zuidersluis open stond, werden de goederentreinen via deze lus omgeleid. Een stukje van deze sporen is bewaard voor het Fotografiemuseum. Momenteel is het volledige bouwblok in de driehoek Schaliënstraat, Verviersstraat en De Gerlachekaai voor de rest volledig ingenomen door een groot eind-20ste-eeuws kantoorgebouw.

Het grote pand valt op tussen de bebouwing rond de Zuiderdokken, waar doorgaans voor een veelkleurige, eclectische stijl werd gekozen voor de grote handels- en woonpanden. Dit pand toont echter de statige gestrengheid van het neoclassicisme, aansluitend bij de grote meergezinswoningen met horecagelijkvloers die zich in de buurt van het Zuidstation bevonden, bijvoorbeeld op de Gentplaats en de Bolivarplaats.

Het pand telt vier bouwlagen onder mansardedak, heeft een grosso modo symmetrisch opgebouwde voorgevel van vijf traveeën, aan beide zijden een afgeronde hoektravee, met aansluitend twee zijgevels van drie traveeën. De begane grond is ingenomen door horecazaken, de verdiepingen zijn verdeeld in appartementen. Het pand is ingedeeld en afgewerkt volgens de standaarden van rond de eeuwwisseling. De lijstgevels hebben een bepleisterd en wit geschilderd parement, afgelijnd door een geprofileerde houten kroonlijst op klossen en modillons en met onderaan een hardstenen plint. De gevels zijn horizontaal geritmeerd door kordons en doorlopende onderdorpels, overal behalve op de bovenste bouwlaag, imitatievoegen. In de voorgevel ligt het accent op de centrale drie traveeën, die risaliterend zijn uitgewerkt, met onder de kroonlijst extra versierde panelen met plantenslingers, een balkon op de eerste verdieping, en op de tweede verdieping, twee uitgewerkte medaillons met het jaartal "ANNO 1903" onder gebogen frontons. Ook de afgeronde hoektraveeën kregen een balkon op de eerste verdieping. Alle muuropeningen zijn rechthoekig, waarvan een aantal bekroond door entablement of fronton, anderen in een omlijsting met oren of versierde sluitsteen. Twee blinde vensteropeningen in de eerste zijtravee links. Extra decoratieve elementen zijn panelen met maskers, plantenslingers, balustrades.