Achterin gelegen voormalige en gerenoveerde hoeve met losse bestanddelen, toegankelijk via een grindweg. Staat in ieder geval reeds afgebeeld op een kadastrale kaart uit de Napoleontische periode (1808-1810). De bebouwing gaat terug tot voor de opmaak van het primitief kadasterplan (circa 1830). Op het primitief kadasterplan gelegen in de wijk Baillieus Hoek. Pachthoeve van Charles de Croeser, burggraaf en burgemeester van Brugge (tussen 1803 en 1827). De hoeve is dan toegankelijk vanaf de Faliestraat via een lange privéweg lopend in een hoek van 90°. Volgens kadastergegevens wordt circa 1863, aanpalend aan het woonhuis, een stal opgetrokken. Circa 1881 wordt de schuur afgebroken en heropgebouwd, nu dwars op het huis georiënteerd. Het woonhuis zelf wordt vergroot en de zomerkeuken achteraan toegevoegd. Op een ICM-kaart van 1911 heeft de hoeve een toegangsweg vanaf de (sedert 1858 aangelegde) Brugsestraat.

Woonhuis ten noordwesten van het erf (tuin), laag roodbakstenen (vernieuwd parement) huis onder zadeldak (mechanische pannen). Bijgebouw ten noordwesten van het woonhuis, wellicht oorspronkelijk een zomerkeuken. Rode baksteenbouw onder hoog, half schilddak (Vlaamse pannen) en stalling onder lessenaarsdak (Vlaamse pannen) tegen de achtergevel. Woonhuis en bijgebouw hebben licht getoogde muuropeningen onder strek en schrijnwerk met grote roeden en luiken naar oud model. Schuur met stallingen ten noordoosten van het erf. Verankerde, bruine baksteenbouw onder zadeldak (Vlaamse pannen). Brede korfboogpoort, andere muuropeningen onder houten(?) lateien. De dakrand van de noordwestelijke eindgevel is afgewerkt met een getrapte fries.