is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Militair domein en natuurgebied
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Vloetemveld
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Militair domein en natuurgebied
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalig militair domein en natuurgebied, deels op grondgebied Zedelgem, deels op grondgebied Snellegem (zie Jabbeke). De gemeentegrens van Snellegem (zie Jabbeke) met Zedelgem snijdt het gebied van oost naar west doormidden. Op Zedelgem wordt het domein aan de westzijde afgebakend door de gemeentegrens met Aartrijke, aan de zuidzijde door de Diksmuidse Heirweg en aan de noordoostzijde door het gehucht Maantjeveld.
Historiek. Het "Vloethemveld" is een onderdeel van het Bulskampveld (zie Beernem), het historisch heidegebied dat zich volgens oude kaarten (16de-17de eeuw) uitstrekt in zandig Vlaanderen van Hansbeke-Bellem tot Wijnendale-Aartrijke en Zedelgem-Loppem. De geschiedenis van het "Vloethemveld" gaat samen met de grote ontginningen van de heidegebieden in het noordelijke binnenland van Vlaanderen en dit vanaf circa het jaar 1000. Het "Vloethemveld" is één van de gebieden die het langst als heidegebied standhoudt. In 1296 schenkt graaf Gwijde van Dampierre het "Vloethemveld", "...woestinen of velde ligghende tusscen de prochghien van Snellengheem, Zedelgheem ende Artrike...", aan het Brugse Sint-Janshospitaal. Het toponiem "Ons Gheduchts Heeren Velt", dat voorkomt op de oorkonde van 1296 refereert aan de Graaf van Vlaanderen. In een tekst van 1392 is er sprake van "viere ende twintich bunnre velts, dat men heet Bulscamp, ligghende in de prochie van Zedelghem ten stenen cruce, an de nordside van de Groten Heerweghe tussen Brugghe ende Dixmude".
Om het veld te ontginnen bouwt het hospitaal aan de rand van het gebied enkele hoeves: het "Hildeghemhof" (zie Snellegem, Jabbeke), het *"Vloethemhof" (zie Snellegem, Jabbeke) en "Noortweghe" (zie Diksmuidse Heirweg nr. 1). Bij de ontginning speelt de hoger gelegen Diksmuidse Heirweg (onderdeel van een oude Romeinse Heirweg) een belangrijke rol. Door steeds terugkerende overstromingen wordt in 1478 door de hospitaalbroeders ten noorden van het gebied de zogenaamd "Vossenbarm" (grondgebied Snellegem, tussen de Vloethemstraat en de Isenbaertstraat) aangelegd. Dit geeft aanleiding tot het vormen van talrijke vijvers zoals de "Grote Vloethemvyvere", de "Cleene Vloethemvyvere". Bij een opmeting van het gebied in 1769 door landmeter David Timotheus Huysseune worden een vijftiental vijvers in kaart gebracht. Vanaf circa 1770 wordt het veldgebied als houtwinningsgebied uitgebaat. De vijvers en moerassen worden gedempt en bebost, kaarsrechte dreven doorkruisen het nieuw aangeplante bos. In 1781 wordt een boswachterswoning gebouwd, de zogenaamd "Ferme Bocca". Rond 1800 draagt de Franse bezetter het "Vloethemveld" over aan de Burgerlijke Godshuizen te Brugge. De hongersnood van 1847 en de groeiende vraag naar hout leiden tot massale ontbossing. Bij de herbebossing vanaf 1880 worden vooral snelgroeiende uitheemse bomen en naaldbomen aangeplant.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog kappen de Duitsers bijna het hele bos, het hout dient voor het front aan de IJzer en houtovens. Ze richten er barakken op, munitieopslagplaatsen en leggen spoorlijnen aan. Tijdens hun terugtrekking in 1918 wordt alles vernietigd.
Bij K.B. van 24/09/1924 worden 127 ha van het "Vloethemveld" onteigend. Een deel valt onder het beheer van Waters en Bossen. Een deel wordt toegewezen aan het Ministerie van Landsverdediging voor het plaatsen van munitiedepots. Langs een netwerk van parallel lopende betonbaantjes worden loodsen en opslagplaatsen gebouwd, door het opwerpen van schutsdammen ontstaan blusvijvers. Aan de ingang van het "Vloethemveld" worden een aantal militaire gebouwen gebouwd. De kazerne "Kapitein Stevens" in 1925 opgericht langs de Diksmuidse Heirweg (zie Diksmuidse Heirweg nr. 6) staat in voor de administratieve behandeling. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog krijgt het "Vloethemveld" het opnieuw zwaar te verduren onder de Duitse bezetting. Na de oorlog richten de Engelsen er een interneringskamp in voor Duitse krijgsgevangenen, het zogenaamd Prisoner of War Camp (PoW camp). Tussen 1944 en 1946 zouden hier, naargelang de bronnen, minimum 45.000 tot maximum 120.000 gevangenen hebben verbleven. Dit grote kamp bestaat uit een vijftal deelkampen met verschillende afdelingen en categorieën volgens de status van de gevangenen. Er was een werkkamp en ook een aparte categorie voor de generaals. Duitse krijgsgevangenen laten in het kamp enkele beeldhouwwerken en op de depots enkele muurschilderingen achter. In 1946 worden de gevangenen overgeplaatst naar Engeland en vrijgelaten in 1948. Twee houten barakken zijn bewaard gebleven.
In 1995 wordt het domein beschermd als landschap, het omvat 500 ha en bestaat uit het voormalige militaire domein, weilandencolmplexen in Snellegem en de omringende bossen. De overbodig geworden munitiedepots worden leegehaald en het gebied in tweeën verdeeld waarbij het zuidelijk deel militair domein blijft. Het noordelijk deel valt onder het beheer van het Agentschap voor Natuur en Bos. Binnen afzienbare tijd zal het leger ook het zuidelijke deel verlaten en wordt het Agentschap eigenaar van het volledige natuurgebied. In het kader van beheer en uitbating zullen de meeste gebouwen aan de ingang worden afgebroken. Ook de munitiedepots in het bosgedeelte, waarbij drie types worden onderscheiden, zullen grotendeels worden afgebroken. Rekening houdend met de verschillende types en de kunstwerken die in sommige depots zijn aangebracht, zullen enkele rijen met de best bewaarde gebouwtjes, als getuige van de vroegere functie worden behouden.
Beschrijving. In zijn huidige toestand bevat het "Vloethemveld" meerdere gebouwen, grosso modo in te delen in: 1. administratie- en nutsgebouwen uit de jaren 1920 aan de ingang van het domein, 2. de barakken van de krijgsgevangenen, 3. het boswachtershuis de zogenaamd "Ferme Bocca" en 4. de rijen munitiedepots. De rails van de spoorweg die het domein met het station van Zedelgem verbond, zijn nog op het domein aanwezig.
1. Aantal lage gebouwen, blok A tot en met blok R, aan de ingang van het domein gegroepeerd rond geasfalteerde pleinen. Het grootste gebouw heeft een uitkijktoren. Op een militaire kaart van 1861, herzien in 1911 en op de militaire kaart, opgesteld door de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog, is hier nog geen bebouwing te zien. De oranje bakstenen gebouwen onder zadeldaken (mechanische pannen, eterniet golfplaten) zijn wellicht tijdens het interbellum in twee fasen gerealiseerd. Sommige eindgevels zijn met klimmende boogfriezen afgewerkt. Een eerste fase is te herkennen aan langsmuren, geritmeerd door rechthoekige nissen en met segmentboogvormige muuropeningen. Bij de blokken uit een volgende fase hebben de muuropeningen betonnen lateien.
2. Achter de gebouwen in de richting van het bos bevinden zich de twee houten barakken als enige getuige van het PoW-camp. Sobere, groenbeschilderde barakken onder zadeldak (golfplaten). De traveeën worden rondom rond afgescheiden door houten stijlen. Rechthoekige, houten kozijnen, gedeeltelijk bewaard schrijnwerk met grote roedeverdeling.
3. De zogenaamd "Ferme Bocca" is bij de ontginning van het bos voor bosbouw als boswachtershuis gebouwd in 1781. De jaarsteen "1852" op de noordelijke eindgevel duidt wellicht op een noordelijke uitbreiding (laatste drie traveeën). Het huis dankt zijn naam aan de Waalse militair Saturnin Bocca, die in 1923 opziener was bij de oprichting van het munitiedepot. Tijdens het gebruik als PoW camp doet de "Ferme Bocca" dienst als bakkerij, infirmerie en mess voor officieren. De woning, dan nog steeds in gebruik als officiersmess, kent nog een uitbreiding in de jaren 1960-1970.
Lage, verankerde en witbeschilderde baksteenbouw boven een gepekte plint onder zadeldaken (mechanische pannen), rechthoekige muuropeningen. Het gedeelte van 1781 is herkenbaar aan de zeven linkertraveeën met beluikte vensters en opkamertravee, schuiframen met grote roedeverdeling. De drie rechtertraveeën, horend bij het gedeelte van 1852, hebben eveneens vensters met grote roedeverdeling. Het interieur is ten behoeve van de officiersmess aangepast.
4. Drie grote clusters met rijen, parallel lopende bakstenen munitiedepots waartussen aarden wallen. Doorheen het gebied lopen betonnen baantjes. De munitiedepots in het bos bestaan uit drie types.
1e type: dwars georiënteerde, oranje baksteenbouw boven een gecementeerde plint en onder een bitumen zadeldak, gelegd in golfplaten. Markerende pilasters aan de voor- en achtergevels. Aan de voorzijde twee rechthoekige poortopeningen, in de zij- en achtergevels rechthoekige vensters met grote roedeverdeling. In de topgevel aan de voorzijde: beschilderd opschrift met baraknummer, wit op zwart. Metalen bliksemafleider. Interieur: vloer met grijze cementtegels, de ruimte is overspannen met een houten gebinte met standzone, vertrekkend vanaf de grond.
2e type: langs georiënteerde, oranje baksteenbouw onder een bitumen zadeldak gelegd in golfplaten. In de voorgevel twee rechthoekige poortopeningen met tweeledige, metalen schuifpoorten. Zijgevels met metalen stijl- en regelwerk. Zij- en achtergevels met rechthoekige vensters met glasdallen. In de topgevel aan de zijgevel: beschilderd opschrift met baraknummer, wit op zwart. Metalen bliksemafleider. Interieur: betonvloer, witbeschilderde muren. Dak met metalen V-spanten. Dit type is het talrijkst vertegenwoordigd en komt voor in alle clusters.
3e type: langs georiënteerde, oranje baksteenbouw boven een gecementeerde plint en onder halfrond dak (bitumen). Voorgevel met twee poortopeningen met tweeledige, metalen poorten. Zij- en achtergevels met rechthoekige vensters met grote roedeverdeling. Interieur: betonvloer, witbeschilderde muren onder betonnen tongewelf met toepassing van de verloren bekisting.
Naast de drie types komen nog enkele nutsgebouwtjes voor, verspreid over het terrein. Enerzijds kleine constructies (wachthuisjes?) onder hellend dak bestaande uit betonnen platen en aan de voorzijde afgesloten met een groenbeschilderde metalen vleugeldeur. Anderzijds ruimere, oranje bakstenen gebouwen (magazijnen?) onder hellend dak en met rechthoekige deur-, poort- en vensteropeningen (grote roeden) onder witbeschilderde lateien.
Op het domein zijn meerdere kunstwerken opgesteld. Ze werden er achtergelaten door de krijgsgevangenen. Het beeld zogenaamd "Marianne", met nu verdwenen opschrift "WANN KOMMST DU? MARIANNE" was een vrijheidssymbool voor de toenmalige gevangenen. Afbeelding van een wachtende vrouw met haar twee kinderen uitgewerkt in bepleisterde baksteen. Een aantal cementsculpturen met afbeeldingen van "Sint-Joris en de draak", "Landschap met twee woningen en bomen", "Berglandschap met kapel en woonhuis", "Stadsgezicht", "Berglandschap met beekje".
Enkele depots bevatten kunstwerken en/ of aanduidingen aangebracht door Duitse krijgsgevangenen. In barak 3169 twee muurschilderingen met afbeelding van een landschap respectievelijk met kerktoren en met akkers en huisjes. In barak 3210 tekeningen met vervaagde afbeelding van mensen en paarden. Barak 3158 met op de cementbepleistering aan de voorzijde geschilderde toogscène. Op barak 3168 staat het opschrift "BARACKE 11" het enige restant van de nummering van de barakken der krijgsgevangenen.
Op 100 meter van de ingang een betonnen plaat met opschrift "2226 POW CAMP". In de zuidelijke cluster is ook nog een sanitaire installatie bewaard, bestaande uit tweemaal vier grote betonnen bekkens, gelegen nabij één van de blusvijvers. Het natuurgebied bevat een grote biodiversiteit voor een groot deel dankzij het beheer van de militairen, dat vooral gericht was op brandpreventie. Er komen 373 plantensoorten voor op zowel droge als natte gronden, gras- en boslanden en schrale grond en een rijke fauna.
Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zedelgem met deelgemeenten Aartrijke, Loppem en Veldegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL47, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Vloethemveld
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Militair domein en natuurgebied [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/209443 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.