Dit eclectische ensemble van drie stadswoningen werd gerealiseerd rond 1911-1913 naar ontwerp van Alexander Van Roey in opdracht van aannemer Charles Vermuyten, die wellicht ook de bouw van de woningen uitvoerde. Voor nummers 30 en 32 werd een gezamenlijke bouwaanvraag ingediend in 1911; nummer 34 werd volgens een typeplan gebouwd dat ook elders in de straat werd uitgevoerd, onder meer op nummer 91. Vermuyten en Van Roey stonden samen in voor een hele reeks woningen in de Sint-Laureisstraat. Begin 20ste eeuw onderging de Sint-Laureisstraat belangrijke wijzigingen: zowel aan de noord- als aan de zuidkant van de straat werden talrijke woningen gesloopt voor nieuwbouw. Alexander Van Roey gaf de nieuwbouw in de zuidelijke helft een eclectische tint.

De drie woningen tellen elk twee traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken. De lijstgevels werden door een houten kroonlijst op klossen en een hardstenen plint afgezoomd. Nummer 30 kreeg een bepleisterd en witgeschilderd parement met een neoclassicistische afwerking: imitatievoegen op de begane grond, puilijst, rechthoekige muuropeningen die op de verdieping met entablementen zijn bekroond, een ijzeren balkonleuning op de eerste verdieping. Schrijnwerk van de deur werd bewaard: dubbele deur, deels beglaasd met sierlijk traliewerk. Nummers 32 en 34 zijn bijna identiek, en spiegelend opgebouwd. De bakstenen parementen en afwisselende vorm van de muuropeningen (korfboog, rondboog, rechthoekig), geven deze huizen een eclectisch uitzicht. Bovengevel op puilijst en met pilasters ingedeeld, in de venstertravee een ijzeren borstwering. Beide voordeuren zijn bewaard, het schrijnwerk van de vensters is ook grotendeels authentiek.