erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Andreas

bouwkundig element
ID
209505
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/209505

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Andreaskerk
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Parochiekerk in neogotische stijl, gebouwd in 1896-1900 naar een ontwerp van architect Thierry Nolf (Torhout). De torenspits, ontworpen door dezelfde architect, is geplaatst in 1911. Niet georiënteerde, noord-zuid gerichte kerk uitziende op de Steenstraat en gelegen op de hoek met de Noordstraat en de Engelstraat.

Historiek. Aartrijke is al in de Romeinse tijd een belangrijk verkeersknooppunt, de Sint-Andreasparochie zou er in de 7de of begin 8ste eeuw zijn gesticht door de monniken van Saint-Amand-les-Eaux in Frankrijk. De oudst gekende vermelding van een bidplaats gaat terug tot 893. In het jaar 1000 schenkt de graaf van Vlaanderen het "altare de artrica" aan het Brugse kapittel van Sint-Donaas. Walter, een kapittelheer wordt in 1108 vernoemd en is de oudst gekende pastoor van de parochie. Tussen 1109 en 1114 wordt een eerste kerk opgetrokken in veldsteen. Over de daarop volgende periode tot het begin van de 16de eeuw is weinig of geen informatie.

Circa 1500 behoort Aartrijke tot het bisdom Doornik en de dekenij Oudenburg. De georiënteerde kerk met ommuurd kerkhof bevindt zich ongeveer op de plaats van de huidige ingang. Tijdens de onrusten veroorzaakt door de Beeldenstorm van 1566 wordt de kerk verwoest. Door de onlusten blijft de parochie van Aartrijke net zoals andere plaatsen in de omgeving zeker tot 1595 verlaten. Het koor wordt in het eerste kwart van de 17de eeuw deels heropgebouwd, circa 1656 volgt de heropbouw van het schip. De oude, eenbeukige kerk met vieringtoren en dwarsbeuken wordt nog afgebeeld op figuratieve kaarten uit 1766 en 1783. Tegen het einde van de 18de eeuw is de bestaande kerk bouwvallig geworden. Omwille van de hoge herstellingskosten kiest men in 1790 resoluut voor de bouw van een nieuwe kerk, deze wordt op 17 juli 1793 ingewijd

Op het einde van de 19de eeuw is de bevolking dermate aangegroeid dat andermaal wordt beslist de bestaande kerk door een grotere te vervangen. Daarvoor worden de gronden van de aanpalende Sint-Amandsbrouwerij, op de hoek van de Eernegemsestraat en de Engelstraat aangekocht. Architect Thierry Nolf (Torhout) wordt in 1894 als ontwerper aangesteld. In 1896 zijn de plannen klaar, op 11 november 1897 volgt de eerstesteenlegging. De kerk, nu noord-zuid georiënteerd, is afgewerkt in 1900 en wordt op 16 juni gewijd door bisschop Gustaaf Jozef Waffelaert. Kunstschilder Henri de Tracy (Gent) ontwerpt in 1900 drie neogotische altaren, waarvan tegenwoordig enkel onderdelen bewaard zijn. In 1911 volgt uiteindelijk het plaatsen van de torenspits. Het kerkhof bevindt zich dan op de plaats van het huidige park en de parking ten noorden en oosten van de kerk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruiken de Duitsers de kerk als krijgshospitaal, De herberg aan de overkant van de kerk (zie Eernegemsestraat nr. 1) doet dan dienst als noodkerk. In 1929 wordt Aartrijke toegewijd aan het Heilig Hart. Een Heilig Hartbeeld wordt geplaatst, tegen de gevel links van het inkomportaal. Na meerdere onderhouds- en herstellingswerken wordt in de jaren 1980 het pleisterwerk van het interieur verwijderd, de ramen gerestaureerd en de vloer betegeld met blauwe hardsteen.

Beschrijving. De kerk met rondgaand kasseipad ligt aan een betegeld en gekasseid plein langs de Brugsestraat, ten oosten van de kerk een parking (op vroegere kerkhofgrond) afgescheiden door jonge leilinden. Achter het koor en ten noordwesten van de kerk is het kerkhof ingericht als park met gazon en bomen, onder meer magnolia, eik, beuken, buxus.

Traditioneel materiaalgebruik. Opgetrokken in geelbruine baksteen met beperkte toepassing van blauwe hardsteen voor kordons, waterlijsten en afzaten en witte kalkzandsteen voor het neogotisch maaswerk. Zadeldaken met leien.

Driebeukige hallenkerk met ingewerkte toren ten zuiden van de linkerzijbeuk, pseudotransept en koor met driezijdige afsluiting. De plattegrond ontvouwt een schip van vier traveeën, pseudotransept en koortravee.

Middenbeuk met voorgeplaatst portaal onder zadeldak, geprofileerde spitsboogpoort onder druiplijst met oren, verhoogde puntgevel bekroond met kruisbloem. Boven de toegang een spitsboognis met beeld van de heilige Andreas. De gevels van de hoofd- en rechterzijbeuk hebben een groot spitsboograam met neogotisch maaswerk en in de topgevels rondboognissen met rechthoekige, beluikte opening onder latei.

Zijdelings geplaatste drieledige toren op vierkante basis onder naaldspits (leien) en met overhoeks geplaatste, verjongende steunberen. De onderste geleding is afgewerkt met een spitsboogfries op natuurstenen consoles. De voorzijde van de toren is van het plein afgesloten door een gietijzeren hek, tegen de gevel een beeld van het Heilig Hart. De westzijde is opengewerkt door een driezijdig venster met driepassen. Bij de tweede geleding gekoppelde blinde spitsboognissen waarin smalle, rechthoekige vensters onder natuurstenen lateien. Bovenste geleding met aflijnende spitsboogfries, galmgaten en torenuurwerk, geplaatst in 1909, aan de vier zijden. Op de hoeken achthoekige arkeltorentjes onder ingesnoerde naaldspitsen met smeedijzeren bliksemafleiders. Torenspits van 1911 met uurwerken, dakkapelletjes en bekronend kruis.

De zijbeuken en het koor met driezijdige apsis worden afgelijnd door bakstenen tandlijsten onder de dakgoten. De traveeën worden afgescheiden door verjongende steunberen, drieledige spitsboogramen in geprofileerde omlijsting verlichten de kerk, verzorgd maaswerk bestaande uit driepasbogen, drie- en vierpassen. In de tweede travee van beide zijbeuken zit een bijkomende toegangsdeur gevat in een geprofileerde, spitsboogomlijsting.

In het oksel van koor en linkerzijbeuk een lage kapel onder zadeldak met aan de westzijde een gesupprimeerde spitsboogingang met nog bestaande buitentrap. Sacristie ten noordoosten van het koor. Laag gebouw onder zadeldak, aflijnende tandlijst en betraliede, natuurstenen kruiskozijnen.

Neogotisch interieur onder houten spitstongewelven rustend op lijsten en met gordelbogen per travee gemarkeerd door langgerekte consoles. Spitse scheibogenarcade, geprofileerde scheibogen in rode baksteen, steunend op ronde blauwhardstenen zuilen op achthoekige sokkels en met knopkapitelen.

Ontpleisterde, bakstenen muren, zwikken van de scheibogenarcade met witte bepleistering met beschilderde medaillons met afbeelding van de twaalf apostelen aan middenbeukzijde. Doksaal boven de ingang van de kerk. Kapel links van het koor met Piëta op hoge sokkel. Recente vloer in gezoete blauwe hardsteen.

Meubilair. Neogotische aankleding en beschildering. In het koor vijf glasramen uitgevoerd door het Brugse atelier Coucke met voorstellingen van de Heilige Familie (centraal), de Heilige Arnoldus, Eligius en Godelieve (rechts), de Heilige Petrus, Andreas en Paulus (links). Glasramen in de linkerzijbeuk links met afbeelding van de Heilige Maagd, rechts van Sint-Antonius-Abt met Karel de Goede en de Heilige Idesbaldus. Kruisweg van 1900 door Charles Beyaert (Brugge).

Neogotische biechtstoelen in 1904-1906 gerealiseerd naar ontwerp van Henri de Tracy (Gent). Preekstoel van 1906, eveneens naar ontwerp van de Tracy, uitgevoerd door Albert Sinnaeve (Gent). Orgel in 1910 gebouwd door de firma Loncke (Esen) en orgelkast en zitbanken achteraan de kerk naar ontwerp van Albert Sinnaeve.

  • RIJKSARCHIEF BRUGGE, Kaarten en plannen, nr. 639: Kaart met de nauwe straat te Aartrijke, met aanduiding van de gelanden, 1783.
  • RIJKSARCHIEF BRUGGE, Kaarten en plannen, nr. 685: Plannen voor de aanleg van de pastorie te Aartrijke op het terrein Lampestick genaamd, gemaakt door Timothee David Huysseune, gezworen landmeter van het Brugse Vrije, 1766.
  • BONDUEL L., Het Zedelgem, Veldegem, Loppem en Aartrijke van toen. Een verzameling foto's en prentbriefkaarten aangevuld met beknopte historische gegevens, Brugge, 1983, p. 131, 138.
  • BUFFEL C., Sint-Andreaskerk kreeg torenuurwerk in 1909, in Tijdschrift voor de leden van de Heemkundige Kring "David Jonckheere", jg. 11, nr. 41, 1987, p. 8-11.
  • DECOCK E., 100 jaar geleden, een nieuwe kerk voor onze parochie, in Artiriacum. Tijdschrift van de Heemkundige Kring Ambacht Aertrijcke, jg. 23, nr. 1, 2000, p. 8-11.
  • MAES R., Een onbekende Aartrijkenaar zoekt op…, in Tijdschrift voor de leden van de Heemkundige Kring "David Jonckheere", jg. 11, nr. 42/43, 1987, p. 72-75.
  • VERMEULEN G., Sint-Antonius te Aartrijke, in Artiriacum. Tijdschrift van de heemkring Ambacht Aertrijcke, jg. 24, nr. 3-4, 2001, p. 9-17.

Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zedelgem met deelgemeenten Aartrijke, Loppem en Veldegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL47, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Andreas [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/209505 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.