Rij van drie gave neoclassicistische burgerhuizen, die door hun goed gekozen ligging tegenover de Snijdersstraat en hun verzorgde lijstgevels in het oog springen in het verder eerder onverzorgde en doffe straatbeeld. Het gaat om eind-19de-eeuwse enkelhuizen van drie traveeën en twee of drie bouwlagen onder zadel- of mansardedak. De bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels kennen een verzorgde afwerking die typisch is voor de burgerhuizen op het Zuid: hardstenen plint en houten kroonlijst op klossen of modillons, ritmering door kordons en doorlopende vensterdorpels, rechthoekige muuropeningen met op de verdiepingen een omlijsting met oren en sluitsteen, imitatievoegen op gelijkvloerse verdieping, centraal balkon met ijzeren of balustervormige leuning.

Nr. 95, onder mansardedak met centraal dakvenster met fronton, werd in 1893 getekend en uitgevoerd door aannemer Jos Van Roey voor L. Bogaerts. Nr. 97 leek hier oorspronkelijk heel sterk op, maar werd in 1912 door bouwmeester Arthur Bernaerts met één bouwlaag verhoogd. Nr. 99 werd circa 1895 samen met nr. 101 als een samenstel van twee identieke woningen opgetrokken voor rekening van C.L. Dries. Nr. 99 heeft mooi schrijnwerk, wellicht begin 20ste-eeuws, zie fraaie kleine roedeverdeling van vensters op gelijkvloers; nr. 101 werd gedecapeerd.