Deze neoclassicistische burgerwoning werd samen met de nummers 26 en 28 gebouwd als ensemble met drie identieke gevels, waarbij de centrale woning een iets hogere kroonlijst had. Dit type woning, gebouwd in reeks van drie, is typisch voor het Zuid. Nummers 26 en 28 werden vervlakt. De woningen werden in 1897 getekend door aannemer Aug. Somers voor F. Burlet. Dezelfde aannemer ontwierp een jaar eerder ook de drie naastgelegen kleine neoclassicistische woningen op nummers 18-22, waarvan de gevels eveneens werden vervlakt.

Enkelhuis van drie bouwlagen en drie traveeën onder zadeldak, met bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel. Typische elementen van de neoclassicistische burgerwoning: hardstenen plint, houten kroonlijst op consoles en klossen, rechthoekige muuropeningen in omlijsting met oren, kordons en doorlopende onderdorpels, risaliterend uitgewerkte centrale travee met balkon. Schrijnwerk vernieuwd.