Samenstel van twee statige neoclassicistische burgerhuizen, gebouwd circa 1895 voor rekening van C.A. Meyer. De oorspronkelijk identieke woningen werden in het interbellum aangepast, met een extra verdieping voor nr. 38 en een fraaie erker in plaats van de twee balkons en een geajoureerde ijzeren voordeur op nr. 36.

Enkelhuizen van drie traveeën en drie/vier bouwlagen, oorspronkelijk allebei onder leien mansardedak met centraal dakvenster en twee oeils-de-boeuf. Fraaie lijstgevels die de standaard neoclassicistische afwerking kennen die het Zuid typeert: hardstenen plint met betraliede keldervensters, kroonlijst op klossen en modillons, kordons en doorlopende onderdorpels, begane grond met imitatievoegen, centrale venstertravee geaccentueerd door twee balkons en erker, rechthoekige muuropeningen in versierde omlijsting.