Zogenaamd "Villa Krekaertvijver", ook wel "Toren van David" genoemd, gebouwd in 1873 en uitgebreid in 1912. Opgericht als buitenverblijf voor de Brugse familie Maertens. Opgenomen door de gemeente Zedelgem op de lijst van het erfgoed op haar grondgebied.
David Maertens (° 1791) was afkomstig van de molenaarsfamilie van de "Platsemeulen" of "Cleenen Meulen" (zie Brugsestraat nummer 29). Hij was onderwijzer en bezat meerdere huizen en gronden in het Aartrijkse. Wellicht is de toren naar hem genoemd. Zijn zoon, Edward-Victor Maertens (1827-1886), doctor in de wijsbegeerte en lesgever aan het Brugse Atheneum, laat in 1873 op een van die gronden een woning met achthoekige toren bouwen. De architect is J. Van Hecke, stijlkenmerken doen vermoeden dat hij ook de plannen tekent voor de voormalige brouwerij zogenaamd *"DE LEEUW" gelegen in het dorpscentrum van Aartrijke.
Zijn zoon, Edward-Pauwel Maertens (1879-1958) geeft aan architect Joseph Viérin (Brugge) de opdracht de woning uit te breiden met een hoger gedeelte met trapgevel. De villa krijgt de naam "Krekaertvijver", een toponiem dat al voorkomt als Bois Krekaersvyver op de Ferrariskaart (1770-1778). De toren was oorspronkelijk halfvrijstaand, lager en afgewerkt met kantelen. De toren wordt een eerste maal verhoogd in 1875 en geraakt door de hoge aanbouw van 1912 ingesloten en daarom andermaal verhoogd. In hetzelfde jaar wordt ernaast de "Villa Hertarust" (zie Professor Nelisstraat nr. 10), woning van Augusta Maertens en professor Karel Nelis gebouwd eveneens ontworpen door architect Joseph Viérin. De woning wordt tijdens de twee Wereldoorlogen gebruikt door de Duitse bezetter.
Oorspronkelijk bestaande uit lager, gedeeltelijk witbeschilderd volume op L-vormige plattegrond met traptoren (1873) in de oksel en aanbouw in regionalistische stijl van 1912. Eindgevels afgewerkt met trapgevels Bruine baksteenbouw onder zadeldaken (Vlaamse pannen) gelegen in een ruime tuin. Oudste vleugel van 1873 met op de begane grond rechthoekige muuropeningen onder druiplijst en beluikte vensters met grote roedeverdeling. Op de verdieping gekoppelde rondboogvensters met ruitvormige roedeverdeling. Boven de begane grond een omlopende fries bestaande uit verticale bakstenen pijlertjes. Traptoren, tevens belvedère, opgebouwd uit speklagen van baksteen en witte natuursteen en opengewerkt met lichtspleten. Vlakke afwerking waarop een koepelvormige metalen constructie.
De vleugel van 1912 ontworpen door architect Joseph Viérin is geïnspireerd op de Brugse architectuur getypeerd door verankerde trapgevels gecombineerd met eigentijdse vensteropeningen onder segmentbogen. Bewaard schrijnwerk, enkele vensters met luiken, kleine roedeverdeling. Schouwkanaal op witstenen consoles in de topgevel geflankeerd door oculi. Omlopende stoepen.
- Boschvogelroute Zedelgem, Aartrijke, s.d., p. 1.
- NELIS E., Beroemde figuren: Professor Karel Nelis. Deel 4, in Ledenblad heemkundige kring David Jonckheere, jg. 4, nr. 15, 1980, p. 100.
- TACK S., Toren van David, door J. Van Hecke en Joseph Viérin, in DEPOURCQ A., TACK S., Merkwaardige bouwstenen. Vernieuwende architectuur in Zedelgem, Zedelgem, 2007, p. 20-22.
- VANDENBUSSCHE P., David Maertens, een Aartrijkenaar om trots op te zijn, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 28, nr. 4, 2007, p. 124-142.
- VANDEPUTTE H., De familie Maertens te Aartrijke, in Artiriacum. Tijdschrift van de Heemkundige kring Ambacht Aertrijcke, jg. 24, nr. 1, 2001, p. 20-23.