Hoeve met losse bestanddelen rond een begraasd erf zogenaamd "KLEIN EECKHOUT" zie houten uithangbord.
De site wordt reeds vermeld in 1450 als pachthoeve van de eigenaar van het Evershof. In 1505 worden beide hoeves verkocht aan de Brugse Eekhoutabdij, vanwaar de naam. De hoeve langs de Arentsdreef wordt in rekeningen en leggers vermeld als "'t cleen goet te Lophem" of "'t cleen Eeckhout", in tegenstelling tot het veel grotere Evershof.
Op de Ferrariskaart (1770-1778) is de hoeve afgebeeld met twee parallelle volumes, dwars op de straat georiënteerd, gelegen in een omhaagd en beboomd perceel. Als gevolg van de Franse Revolutie (1789) wordt de hoeve openbaar verkocht als zwart goed. De pachter, Jan Vande Zande, kan zelf de hoeve aankopen. In 1826 wordt de hoeve aangekocht door Joseph van Caloen, die ook al het Evershof aankoopt. Op het primitief kadasterplan (circa 1830) en op de Atlas der Buurtwegen (1845) met dezelfde configuratie afgebeeld als op de Ferrariskaart, met het woonhuis ten noordwesten van het erf en het landgebouw ten zuidoosten. Ten zuiden van het woonhuis is een bakhuisje afgebeeld.
Boerenhuis in witbeschilderde, verankerde baksteen boven een gepekte plint en onder zadeldak (Vlaamse pannen). Rechthoekige muuropeningen met bewaard schrijnwerk. Beluikte vensters met grote roedeverdeling. Stalling in bruine, verankerde baksteen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Bebouwing aangepast tijdens het interbellum, onder meer muuropeningen onder lateien.
- VERVENNE A., Oude hoeven, herbergen en molens en hun bewoners te Loppem, Loppem, 1976, p. 34-35.