Vrijstaande woning zogenaamd "Orangerie Coppieters" in een tuin gelegen op de hoek met de Rolleweg. Opgenomen door de gemeente Zedelgem op de lijst van het erfgoed op haar grondgebied.

Opgetrokken circa 1853 op de locatie van de vroegere herberg en hofstede "Rollewech". De vroegste vermelding van de herberg gaat terug tot 1548 in een renteboek van de Sint-Andriesabdij. Bebouwing op deze site staat afgebeeld op de Grote Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). De hofstede is te klein en de herberg te ver van het dorp om de pachter van voldoende inkomsten te voorzien. Er is dan ook een groot verloop van pachters. Vanaf de 19de eeuw zijn hofstede (verkocht aan Thomas de Schietere in 1801) en herberg gescheiden. De herberg blijft open tot 1847, in dat jaar wordt het gebouw gekocht door Vincent Coppieters van het Vijverskasteel aan de overkant van de Heidelbergstraat (zie nr. 29) en afgebroken. In 1853 laat dezelfde bouwheer de huidige bebouwing optrekken als woonhuis en in 1864 aanpassen als oranjerie zie huidig. In 1891 wordt het pand opnieuw als woning ingericht met toevoeging van een bijgebouw. De gebouwen blijven tot 1985 in handen van de familie Coppieters.

Baksteenbouw (roodbruine en gele baksteen) van anderhalve bouwlaag onder tentdak (rode en gesmoorde, Vlaamse pannen) met brede dakranden. Bij de zuid- en oostgevel zijn de traveeën gevat in gevelhoge rondboognissen steunend op pilasters met imposten. Behalve bij de noordgevel zijn de gevels afgewerkt met hoekkettingen in contrasterende gele baksteen en geritmeerd door telkens drie traveeën met rechthoekige, beluikte vensters op de begane grond en rondboogvensters op de verdieping. Enkele blinde vensters aan west- en noordzijde. Nieuw schrijnwerk naar oud model.

Interieur van 1891 met recente wijzigingen. Centrale gang waarop de kamers uitgeven, enkele vloeren met rode en zwarte plavuizen. Opkamer aan de achterzijde met bewaard trapje.