Voormalig landhuis zogenaamd "Wit Huis" met bijhorende hoeve rechts ervan.

Opgericht na 1778 door Michiel Lauwers op grond afkomstig van het "Hof van Steelant", staat nog niet afgebeeld op de Ferrariskaart (1770-1778). Op het einde van de 18de eeuw wordt de hoeve rechts van het kasteel opgetrokken door één van de vijf erfgenamen van het "Hof van Steelant". Het landhuis wordt in de eerste helft van de 19de eeuw verbouwd door Augustin Lauwers, de eerste burgemeester van Loppem na de Belgische Onafhankelijkheid (1830). In 1846 wordt het bewoond door Eduard d' Hondt en Pauline de Schietere de Lophem, die het in 1873 verkopen aan burgemeester Charles van Caloen de Gourcy. De muur en inkom aan de straat dateren van 1887. Het huis wordt circa 1890 aan de achterzijde vergroot en circa 1935 opnieuw vergroot en "verbeterd". Kort verblijf in 1940 van koning Leopold III tussen 18 en 24 mei.

Sinds 1989 functionerend als bijhuis van het Koninklijk Instituut Spermalie voor mensen met een visuele handicap, met incorporering van de naastliggende hoeve. De tactiele beeldentuin achteraan het huis is in 1997 geopend.

Achterin gelegen dubbelhuis in witbeschilderde baksteen boven een gepekte plint onder mansardedaken (leien). Voorliggende en ommuurde binnenplaats met gazon en geasfalteerde oprit. Het hoofdvolume is zie een oude foto grotendeels ongewijzigd. Enkele aanpassingen (wellicht daterend uit de jaren 1950) betreffen de aanbouw rechts die is verlaagd en onder mansardedak gebracht en de achtergevel met lagere aanbouw onder mansardedaken, geplaatst tegen het hoofdvolume. Centrale ingang met geprofileerde rondboog ingepast in een omlijsting in Euvillesteen onder kroonlijst. Rechthoekige vensters, oorspronkelijk beluikt op de begane grond. Vernieuwd schrijnwerk naar oud model.

Links en rechts van de binnenplaats voormalige stallingen onder zadeldak (Vlaamse pannen) en recentere mansardedaken (leien). Witbeschilderde baksteen getypeerd door rondboogopeningen, geflankeerd door pilasters. Afsluitende, witbeschilderde en gekanteelde straatmuur aan de achterzijde gestut door verjongende steunberen.

Bijhorende hoeve met losse bestanddelen rond een bekiezeld en deels begraasd erf. Gebouwen in rode, verankerde baksteen onder zadeldaken (mechanische en Vlaamse pannen), 19de-eeuws uitzicht maar eventueel met 18de-eeuwe kern. Laag dubbelhuis met achteraan een opkamertravee, rechthoekige muuropeningen onder strekken. Bijgebouwen (voormalige schuur en stallingen) aan west- en oostzijde met aangepaste muuropeningen.