is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein ter Mote
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Spiegelvijver, ijskelder en grottencomplex in kasteeldomein ter Mote
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Dorpskom Loppem
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Dorpskom Loppem
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteelsite ter Mote met koetshuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Kasteelsite zogenaamd "ter Mote" met koetshuis (nu Beukenweg 10) gelegen binnen het beschermde dorpsgezicht, de dorpskom van Loppem, beschermd bij M.B. van 17/05/1999. De gebouwen zijn als puntrelict opgenomen in de Landschapsatlas (versie 1.0, AROHM 2001). Geheel gevormd door spiegelvijver en ijskelder met grottencomplex, rotsformatie en paviljoentje, beschermd als monument bij M.B. van 17/05/1999. Teruggaand op een opperhof-neerhofstructuur.
Historiek. Ontstaan als de hoeve "Goed te Boonem", een omwalde site gelegen tegenover het kerkportaal. De naam verwijst naar Reinardus van Boonem van de heerlijkheid Boonem, gelegen op de grens tussen Sint-Kruis (Brugge) en Damme, als eigenaar genoemd in 1285. Daarvóór zou de hoeve eigendom geweest zijn van Bouden Kind.
In de 16de eeuw is er sprake van de hofstede "dictum Boonem". In 1611 vermeldt een koopakte uitdrukkelijk de "mote daer oppe staende ende medegaende". In dezelfde periode is er sprake van "een huys met steene vauten en camers, staende ghebauwt op een mote rontom bewalt". Opperhof en neerhof (met boomgaard, schuur, koe- en paardenstallen) hebben een dubbele omwalling.
Vanaf de 17de eeuw geraakt de naam "ter Mote" in zwang. In 1666 omschreven als "eene behuysde hofstede met alle de huysingen, schueren, stallynghen, boomen ende andere catheylen, met een mote daerop staende ende medegaende". In deze periode staat het goed bekend als een schaapshoeve. In 1763 wordt de hofplaats verkocht aan jonker Carolus Fourbisseur, schepen van de stad Brugge, die de site omvormt tot een "bewalt speelgoet met de erve daer mede gaende, bestaende in twee boomdaerde en hovenierhof, rondtsom besloten met wallen end bebouwt met een boerenhuys en verder edificien".
Op de Ferrariskaart (1770-1778) afgebeeld, gelegen binnen een grote, rechthoekige omwalling met aan de noordzijde een toegangsdreef die vertrekt vanaf de weg die de aloude Ieperweg (zie Ieperweg en Oude Ieperweg) verbindt met de dorpskern van Loppem. Het westelijk deel met boomgaard is duidelijk afgescheiden van het oostelijk deel met de omwalde motte. Buiten de kleine omwalling ligt een bijgebouw en een (moes?)tuin. Via een huwelijk in de eerste helft van de 19de eeuw komt het buitenverblijf, tot dan waarschijnlijk slechts een paviljoen, in handen van de familie van Hamme, die het uitbreidt tot een ruim herenhuis van drie bouwlagen. Op het primitief kadasterplan (circa 1830) is de omwalling gedeeltelijk gedempt. De motte heeft nog steeds een ronde omwalling overgaand in een rechthoekige omwalling, met ten zuidwesten neerhofgebouwen daterend van na de opmaak van de Ferrariskaart.
Circa 1841 is de kleine omwalling grotendeels verdwenen en het kasteel ver- of herbouwd tot een ruim herenhuis van tweeënhalve verdieping. Het kasteelpark zou als Engelse landschapstuin aangelegd zijn in 1867 waarbij de bestaande omwalling volgens een hervormd en grilliger patroon wordt opgenomen. De aanleg omvat verder een grottencomplex met belvedère, een spiegelvijver en een peervormige ijskelder van het Engelse type. Met de grond uit de gegraven vijver worden de ijskelder en wellicht het grottencomplex afgedekt. Het prieel tegen de zuidgrens dateert van circa 1880. Circa 1894 volgt een verbouwing van het kasteel met toevoegen van de westelijke en noordelijke aanbouw. Het koetshuis (nu Beukenweg 10) gaat terug op de neerhofgebouwen die circa 1890 aanzienlijk worden gewijzigd bij omvorming van huis naar koetshuis.
Na een brand in de jaren 1940 wordt het kasteel circa 1947 grondig verbouwd waarbij de tweede verdieping wordt opgenomen in een hoog dak en de oostelijke uitbouw toegevoegd Het koetshuis ondergaat circa 1977 een ingrijpende verbouwing en is nu ingericht als woning. De veranda aan westzijde dateert van 1991.
Beschrijving. Kasteeldomein toegankelijk via een geasfalteerde oprit. Aan de straat geflankeerd door twee blauwhardstenen pijlers, eventueel uit het einde van de 18de eeuw versierd met bas-reliëf, onder meer met afbeelding van zwanen en guirlandes en onder halfrond fronton met voluten.
Brug in gele baksteen met brede korfboogvormige overwelving over de omwalling. Aan de noordkant twee ronde geelbakstenen pijlers met bekronende vazen. Aan de zuidkant van de brug met gietijzeren gecanneleerde zuil bekroond door een granaatappel. Smeedijzeren balustrades met cirkelmotief op een voet van blauwe hardsteen.
Kasteel op een hoogte gelegen met kern uit 1841, mogelijk ouder, en met uitzicht in belangrijke mate tot stand gekomen in de tweede helft van de 20ste eeuw. Volledig omgeven door vijvers en water, deels teruggaand op de oorspronkelijke omwalling. Gebouwd op rechthoekige plattegrond met twee bouwlagen onder schilddak (leien) met dakkapellen. Aan westzijde een ingewerkte traptoren onder ingesnoerde naaldspits (leien) met smeedijzeren windvaantje. Mogelijk is de traptoren een restant van het oudste gebouw.
Verankerde baksteenbouw met witbeschilderde gevels. Rechthoekige muuropeningen met grote roedeverdeling en beluikte vensters. Symmetrisch uitgewerkte zuidgevel met centraal ingangsgedeelte met omlijsting in gesinterde baksteen en erboven een balustrade met deurvenster onder driehoekig fronton. Verhoogde begane grond toegankelijk via een blauwhardstenen bordestrap. Noordgevel met centrale lage aanbouw met erboven op de verdieping een deurvenster onder driehoekig fronton. Het interieur is volledig vernieuwd in 1947.
Omgevend kasteelpark in een Engelse landschapsstijl met aanleg teruggaand tot vóór 1867. Park met zeer sterk gemoduleerd reliëf, hogere gedeelten aan buitengrens van het park om beslotenheid van het park te garanderen. Het bomenbestand bestaat in hoofdzaak uit beuk, de struiklaag uit hulst en rododendron. Verder staan er doorheen het park diverse solitaire en beeldbepalende bomen of bomengroepen door hun vorm, grootte, en/of soort (plataan, Amerikaanse eik, den, levensboom…). De randen van het oorspronkelijk domein zijn nog duidelijk herkenbaar aan een aantal haagbeuken daterend uit de aanlegfase. Uit die periode dateren wellicht ook de taxus- en levensboommassieven vóór en achter het kasteel.
Spiegelvijver ten zuiden van het kasteel, ijskelder met bekronend paviljoen, grottencomplex en rotsformatie in de zuidoosthoek van het park.
Rond het kasteel slingerende waterpartij met grote vijver aan de zuid- en kleinere aan de noordkant. Aan westzijde een houten, gebogen brug met ijzeren balustrades.
De ijskelder is van het Engelse type uitgevoerd in gemetselde baksteen in de vorm van een omgekeerde peer en met bovenbouw. Toegankelijk via een sas onder segmentboog waarvan de deuren zijn verdwenen. De vlakke en met plavuizen beklede vloer is ongeveer drie meter diep en heeft een afvoer voor het smeltwater. Koepelvormig plafond en metershoge terp begroeid met hoogstammige bomen, onder andere met essen.
Polygonaal paviljoen onder pagodedak (zink) met lantaarn onder gelijkaardig dak. Sokkels in blauwe hardsteen en houten, zeshoekige pijlers. Grottencomplex en rotsformaties met een kern in gemetselde baksteen en met met parement in lokale vendsteen, aangevuld met kalksteen uit de Ardennen. Twintig meter lange rotspartij met wandelgang langs de waterlijn, erboven een verdieping met toegang tot de ijskelder en het paviljoen.
Zeshoekig prieeltje van circa 1880 tegen de zuidgrens van het domein, rode en witbeschilderde baksteen onder pagodedak en muizentandfries onder de brede dakrand. Interieur onder achthoekig gewelf met gestucte boogfries met driepasboogjes en lopende meanders. Spitsboogdeur met aan de binnenzijde een geprofileerde omlijsting afgewerkt met hogels.
Voormalig koetshuis, nu verbouwd tot woning (Beukenweg 10), op I-vormige plattegrond met centrale, vierkante torenuitbouw in de middelste vleugel. Opgetrokken in bruine baksteen onder schilddaken (gesmoorde, Vlaamse pannen). Gevels geritmeerd door hoge rondboogopeningen van de vroegere poorten, enkele met straalvormige roedeverdeling in de bovenlichten.
Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zedelgem met deelgemeenten Aartrijke, Loppem en Veldegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL47, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Dorpskom Loppem
Is deel van
Stationsstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein ter Mote [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/209979 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.