Zogenaamd "Villa Verhaeghe" gelegen in een ruime tuin op de hoek met de Kattestraat. Ontworpen en gebouwd in 1932 in opdracht van Karel Lodewijk Verhaeghe van het aannemersbedrijf-schrijnwerkerij Verhaeghe. Monumentale villa met kasteelallures in een typische jaren 1930-stijl met lichte art-deco-inslag. Opgenomen door de gemeente Zedelgem op de lijst van het erfgoed op haar grondgebied.
Historiek. Karel Lodewijk Verhaeghe is de eerst van vier generaties die het beroep van aannemer in Loppem uitoefent. Hij neemt net vóór 1900 de zaak van de aannemer Louis Bulckaert (1819-1897) over. Het bouwbedrijf start op de hoek van de Heidelbergstraat en de spoorweg. De firma gaat over van vader op zoon en is vandaag nog steeds in handen van de familie Verhaeghe. De familie is verantwoordelijk voor enkele belangrijke realisaties, onder meer de abdij van Zevenkerken (Sint-Andries, 1898) en het klooster van Bethanië (Loppem, 1925-1936).
Beschrijving. Oranje baksteenbouw op vierkante plattegrond onder schilddak (leien) met aan alle zijden erker- en/ of torenuitbouwen. Oorspronkelijk was de tuin toegankelijk via een centrale ingang met hekken gevat in bakstenen hekpijlers. Tegenwoordig is de ingang rechts, mede door de verbreding van de Stationsstraat in 1983 waarbij een deel van de tuin is afgestaan. De gevels worden enerzijds verlevendigd door het gebruik van zandsteen voor de lateien (met afgeschuinde hoeken) en de tussendorpels, anderzijds door geometrisch siermetselwerk, onder andere op de plint en omlopende tandlijst onder de dakranden. Bewaard schrijnwerk getypeerd door kleine roedeverdeling bij de bovenlichten en met schuiframen op de begane grond. Brede kroonlijsten op fraai uitgewerkte houten klossen. Alle bedakingen met leien, het hoge schilddak is opengewerkt met eenvoudige dakkapellen. Voorgevel met centrale deur links geflankeerd door een ronde toren onder kegeldak en rechts door een rechthoekige uitbouw geaccentueerd door een bow window met aansluitend terras en opengewerkte balustrade. Beglaasde en betraliede vleugeldeur onder brede keperboog, luifel en bovenlicht en met trekbel. Toren onder kegeldak met windvaantje. De bovenste geleding van de toren is als belvedère uitgewerkt met een achthoekige uitkraging rustend op een segmentboogfries en getrapte consoles. Aan alle vrijstaande zijden bieden kleine vensters een uitzicht op de omgeving.
Tuingevel met middenrisaliet en ingang onder luifel en op de verdieping. De lichtzone van het trappenhuis met drieledige, gekoppelde vensters. Tegen de oostgevel een schouwkanaal met bovendakse, gelede schoorsteen. Het interieur met grosso modo bewaarde planindeling, deuren en vensters met hang- en sluitwerk, trap en planken vloeren in dennenhout. Gedeeltelijk onderkelderd, keldervloer met rode en gele cementtegels in dambordpatroon. Garage rechts van de oprit, laag volume onder schilddak (leien) in een gelijkaardige architectuur.
De tuin is in de jaren 1980 aangelegd door de Brugse tuinarchitect André Van Wassenhove, onder andere met taxushagen, ginkgo, toverhazelaar en rozentuin. Achteraan bevindt zich een serre.
- TACK S., Villa Verhaeghe, door Louis Verhaeghe, in DEPOURCQ A., TACK S., Merkwaardige bouwstenen. Vernieuwende architectuur in Zedelgem, Zedelgem, 2007, p. 35-37.