Duitse betonnen constructie, gelegen in een akker ten oosten van de Zeedijkweg, ten zuidwesten van Loppem, ten noordwesten van de spoorlijn Brugge-Torhout. Op 400 meter ten zuiden van deze bunker ligt een tweede betonnen constructie.
Deze Duitse bunker is tijdens de Eerste Wereldoorlog opgetrokken bij het Pionierpark van Loppem.
Loppem lag tijdens de Eerste Wereldoorlog op de grens van het Operationsgebiet, het Marinegebiet en het Etappengebiet. Het noordelijke deel van Loppem behoorde tot het Marinegebiet, het meer zuidelijk gelegen deel tot het Operationsgebiet. Vanaf 18 juli 1917 werd de gemeente verdeeld in twee Kommandanturen: één voor het deel dat binnen het Marinegebiet viel en één voor de rest van het grondgebied van Zedelgem dat rechtstreeks onder het 4. Armee ressorteerde. Bewoners van de ene Kommandantur konden zich niet zo maar naar de andere Kommandantur begeven.
Loppem lag op ongeveer twintig kilometer van het front aan de IJzer en van het kustfront verwijderd. De regio lag buiten het bereik van de vijandelijke artillerie en kon zo een belangrijke logistieke rol in het Duitse hinterland vervullen. Bijkomende troeven hiervoor waren de spoorlijn Brugge-Kortrijk en de tramlijn Brugge-Leke. Groot-Zedelgem speelde dan ook een belangrijke rol inzake de bevoorrading van het front. Zo werden in de omgeving van het station van Zedelgem verschillende munitiedepots ingericht. Ten noorden van het station werden ook barakken opgericht die dienden als stapelplaatsen en bevoorradingsmagazijnen. Voor de ontsluiting van deze depots werden bijkomende spooraftakkingen van de spoorlijn Brugge-Kortrijk gerealiseerd. In het station van Zedelgem zou bijvoorbeeld een belangrijk deel van het materiaal aangevoerd worden dat nodig was voor de uitbouw van de Flandern II Stellung voor de Gruppe Diksmuide.
Specifiek in en rond Loppem verschenen eveneens heel wat Duitse militaire installaties en diensten. In het kasteel van Loppem bijvoorbeeld, op twee kilometer ten noordoosten van onderhavige bunker, werd vanaf december 1917 het hoofdkwartier van het reserve legerkorps gevestigd. In februari 1918 werd hier gestart met de bouw van een bunker. In het ouderlingengesticht van Loppem, dat ontruimd werd, werd een telefooncentrale voor dit hoofdkwartier ingericht. In de jongensschool werd een elektriciteitscentrale geïnstalleerd die stroom moest leveren voor de plaatsen waar militairen ingekwartierd werden. Enzovoort.
Een Pionierpark was een depot van de Duitse genietroepen (Pioniere) waar grondstoffen en materialen werden opgeslagen ten behoeve van het front en de stellingenbouw. Pionierparks waren volgens de hiërarchische organisatie van het leger (Armee, Gruppe, Division, Regiment,...) georganiseerd. Vanuit deze genieparken werden de materialen en grondstoffen stapsgewijs verder verdeeld naar het front. Soms werden er bij deze geniedepots ook specifieke onderdelen gefabriceerd, die nodig waren voor de stellingenbouw, zoals betonstenen, het vlechtwerk voor loopgraven, enzovoort. Een munitiedepot vormt een specifieke vorm van een geniepark. Net zoals bij de Pionierparks werd de munitie ook vanuit de grote opslagdepots in het hinterland volgens een logistieke keten verdeeld naar de lagere echelons, tot de projectielen terechtkwamen bij de artilleriebatterijen aan het front. Munitiedepots waren heel vaak bij Pionierparks ingericht. Om het risico zoveel als mogelijk te verspreiden, werd de munitie in kleinere hoeveelheden en op voldoende afstand van elkaar opgeslagen. Zo poogde men te voorkomen dat, indien één opslagplaats met munitie werd geraakt door de vijandelijke artillerie, ook omliggende opslagplaatsen de lucht in zouden vliegen.
In de loop van 1917-1918 werd tussen de spoorlijn Brugge-Kortrijk en de Zeedijkweg een Pionierpark aangelegd. Ten westen van de Zeedijkweg werd een munitiedepot ingericht, met kleine opslagplaatsjes die op regelmatige afstand van elkaar waren aangelegd. Via een ontdubbeling en aftakkingen van de spoorlijn, vanaf juni 1917 gerealiseerd door een Eisenbahn-Bau-Kompagnie, kon de aan- en afvoer van materieel en munitie gerealiseerd worden. Een Kleinbahn (één-meterspoor) komende uit Oostkamp moest de spoorlijn kruisen. Hiervoor diende de Kerkebeek over een afstand van honderd meter rechtgetrokken te worden. In het station moest de bestaande loskaai uitgebreid worden. Bij deze infrastructuurwerken werden ook arbeiders uit Oudenaarde, Blankenberge en Frankrijk ingezet. Vrouwen uit Brugge werden vanaf 8 oktober 1917 ingezet voor het rechttrekken van de Kerkebeek. Vrouwen uit de gemeente zelf werden onder meer aan het werk gezet bij de aanleg van spoorlijnen. Ook Franse vluchtelingen en enkele Italiaanse krijgsgevangenen werden bij deze werken ingezet. Er waren barakken opgericht om arbeiders uit andere gemeenten te slapen te leggen.
Het geniepark en munitiedepot waren op 24 februari 1918 afgewerkt, maar mogelijk werden er ook nog later opslagplaatsen voor munitie toegevoegd worden. Beide bunkers dienden wellicht als schuilplaats voor de manschappen die er werkzaam waren. De bunker ten oosten van de Zeedijkweg, die behoorde tot het Pionierpark, is op een luchtfoto van 30 mei 1918 goed te zien. In de omgeving van de kleinere bunker van het munitiedepot, net ten oosten van de aftakking van de spoorlijn, waren meerdere structuren opgericht die eveneens te zien zijn op de luchtfoto van 30 mei 1918.
Bovengrondse betonnen militaire constructie op een akker ten oosten van de Zeedijkweg, ten noordwesten van de spoorlijn Torhout-Brugge.
Het beton is aan de buitenzijde deels gegoten tegen een houten bekisting, deels tegen boomstammen. Er zijn ook bakstenen gebruikt, die gecementeerd werden. De betonnen constructie heeft een min of meer rechthoekige omtrek van grosso modo 640 x 1300 centimeter. De bunker bestaat uit een toegangsgedeelte aan oostelijke zijde dat haaks staat op de eigenlijke schuilplaats. Beide delen zijn elk onder een dik gebogen betonnen dak geplaatst. Het toegangsgedeelte bestaat uit een gang, met toegang aan beide zijden. Centraal in deze gang zit een toegang tot de feitelijke bunker, met bewaarde deurhengsels. Het plafond van de binnenruimte bestaat uit golfplaten, die bovenaan via profielen met elkaar vastgeklonken zijn. In de westelijke muur steekt een kleine opening.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/31040/101.1, Duitse bunker ‘Pionierpark’ uit de Eerste Wereldoorlog in Zedelgem (Loppem) (DECOODT H., 2016).
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2016: Duitse bunker Pionierpark [online], https://id.erfgoed.net/teksten/193752 (geraadpleegd op ).
Bovengrondse betonnen militaire constructie, gelegen in een akker langs de Zeedijkweg, ten zuidwesten van Loppem, ten noordwesten van de spoorlijn Torhout-Brugge.
Historiek
Duitse betonnen militaire post, tijdens de Eerste Wereldoorlog opgetrokken bij het Duits pionierspark te Loppem.
In de loop van 1917-1918 werd tussen de spoorlijn Torhout-Brugge en de Zeedijkweg een pionierspark aangelegd. Ten westen van de Zeedijkweg werd een munitiedepot aangelegd, met op regelmatige afstand kleine opslagplaatsjes. Via een ontdubbeling en aftakkingen van de spoorlijn, vanaf juni 1917 gerealiseerd door een 'Eisenbahn Baukompanie' kon de aan- en afvoer van materieel en munitie gerealiseerd worden. In het pionierspark werden opgeëiste arbeiders verplicht tewerkgesteld, waaronder vrouwelijke inwoners van Loppem. Er werden barakken opgetrokken voor het verblijf van arbeiders uit andere gemeentes. Het pionierspark en munitiedepot waren op 24 februari 1918 afgewerkt, maar mogelijk werden er ook nog later opslagplaatsen voor munitie toegevoegd worden. De bunker ten oosten van de Zeedijkweg is op een luchtfoto van 30 mei 1918 goed te zien.
Beschrijving
Stevige bovengrondse constructie, met min of meer rechthoekige omtrek van grosso modo 640 x 1300 centimeter, met T-vormige plattegrond, waarbij de twee haaks op elkaar geplaatste delen zich elk onder een dik gebogen dak bevinden. Het gewapend beton is aan de buitenzijde is deels tegen een houten bekisting gegoten, deels tegen boomstammen. Er zijn ook bakstenen gebruikt, die gecementeerd werden.
Het toegangsgedeelte, bestaande uit een gang met toegang naar de schuilplaats, bevindt zich aan oostelijke zijde. Het westelijke deel is gegoten op golfplaten, die bewaard zijn en bovenaan via profielen met elkaar vastgeklonken zijn. In de westelijke muur steekt een kleine opening. Er zijn twee keer twee deurhengsels bewaard gebleven van de (verdwenen) binnendeur.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2013: Duitse bunker Pionierpark [online], https://id.erfgoed.net/teksten/151293 (geraadpleegd op ).
Bunker, maakt oorspronkelijk deel uit van het 'Pionierpark', een depot voor genietroepen, door de Duitse bezetter opgetrokken tijdens de Eerste Wereldoorlog. Opvallend volume gelegen in een akker. Opgenomen door de gemeente Zedelgem op de lijst van het erfgoed op haar grondgebied.
Betonstructuur (gewapend beton) in L-vorm met toegang in de kop. Halfronde constructie ruwe mantel aan de buitenzijde vormgegeven tegen boomstammen, de ruimte binnen is gegoten onder golfplaten van het Duitse type.
Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zedelgem met deelgemeenten Aartrijke, Loppem en Veldegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL47, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van Vlaenderen P. & Vranckx M. 2010: Duitse bunker Pionierpark [online], https://id.erfgoed.net/teksten/132027 (geraadpleegd op ).