is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Barbarakapel
Deze vaststelling is geldig sinds
In het kader van de NATO-onderhandelingen tijdens de zogenaamde Koude Oorlog besliste men dat de Kempen een uitgelezen regio was om er militaire bases te vestigen. Er was open ruimte en het zou veel werkgelegenheid creëren. De regio bood nog andere voordelen: de nabijheid van de Antwerpse haven, een behoorlijke spoorverbinding met en de korte afstand tot Duitsland, waar de nodige militaire kampen geïnstalleerd werden.
Kamp A in Emblem maakte deel uit van de Britse militaire bases. Tussen 1950 en 1952 werden alle afspraken tussen het Britse leger en de Belgische overheid op papier gezet (het zogeheten Gondola-akkoord). In Emblem (administratief hoofdkwartier), Grobbendonk (militair hoofdkwartier), Tielen en Olen verrezen leefruimtes voor de militairen en op negentien andere locaties werden voornamelijk opslagplaatsen gebouwd voor het stockeren van materiaal. Men verwachtte in de Kempen geen grootse militaire acties. De basis werd eerder beschouwd als een transitkamp, een plaats waar Britse militairen in geval van problemen in Duitsland hun materiaal konden ophalen en doorreizen naar de probleemgebieden.
Emblem was aanvankelijk het administratieve hart van alle Britse kampen. Het huisvestte behalve de personeelsdienst van de Belgische werknemers ook militairen van verschillende rangen. Toen in 1970 het kamp in Grobbendonk definitief sloot, werd Emblem ook militair het hoofdkwartier. In het kamp bevonden zich een kapel, een postkantoor, een medisch centrum, sportzalen, slaap- en leefkwartieren voor de gewone soldaten, de sergeanten en de officieren, een kleine winkel, een brandweerkazerne, hondenkennels en zelfs een schooltje.
De Britse aanwezigheid duurde bijna vijftig jaar (1952-2006). 1970, de sluiting van Grobbendonk, was een eerste kantelmoment en de val van de Berlijnse Muur in 1989 een tweede: er was geen reden meer om de kampen open te houden toen de belangrijkste dreiging was weggevallen. Kort daarop werd de sluiting van alle Britse bases aangekondigd. In 1992 bleef een kleine sectie aanwezig in Emblem om alles af te handelen. Tot ook deze mensen in 2006 de poort achter zich dichttrokken.
Een aantal sites werd herbestemd: het kamp van Broechem werd een asielcentrum, Westerlo huisvest het Provinciaal Centrum voor Duurzaam Bouwen en Wonen, het kamp van Grobbendonk bleef militair maar werd overgenomen door het Belgische leger... Een deel van kamp A in Emblem kwam in handen van de provincie. Het Provinciaal Instituut voor Brandweer en Ambulanciersopleiding PIBA maakte er zijn oefenterrein van en krijgt het gezelschap van de Provinciale Politieschool (Campus Vesta, in opbouw). Verschillende gebouwen van dit gedeelte van de Britse basis werden hetzij vervangen, hetzij aangepast in functie van deze herbestemming. Het overige gedeelte is eigendom van de gemeente Ranst; deze wenst het op termijn in te richten als KMO-zone.
Het noordoost-zuidwest georiënteerde gebouwtje werd volgens de gedenkplaat (die nu in Saint Boniface wordt bewaard) gebouwd naar ontwerp van majoor E.H. Elson (RAOC - Royal Army Ordnance Corps) door militaire vrijwilligers en twee Belgische werknemers uit het kamp.
Driebeukige kapel uit het midden van de 20ste eeuw (1955) met voorgeplaatste noord-oostelijke toren, opgetrokken uit mechanische baksteen. De kapel is gelegen op een beboomd en met gras begroeid terrein nabij de belangrijkste toegangsweg van het voormalige "Kamp A".
Stilistisch refereert de kapel enigszins naar de eenvoudige Engelse dorpskerken met voorgeplaatste, massieve toren.
Kapelgebouw van drie beuken en vijf traveeën, waarvan de zijbeuken afgedekt zijn met zadeldak terwijl de middenbeuk werd "overwelfd" door middel van het hergebruik van een zogenaamde "Nissen-hut". De voorgeplaatste, massieve vierkante toren telt twee bouwlagen en wordt bekroond door kantelen. De toren en de zijbeuken worden geritmeerd door hardstenen (of betonnen?) hoekblokken. De toegang tot de kapel geschiedt via een rondboogpoort in de toren. Het volledige gebouw wordt verlicht door rondboogramen met een omlijsting van kops geplaatste bakstenen: enkelvoudige ramen in de gevels van de toren, gekoppelde ramen in de zijgevels en kopgevels van de zijbeuken en een drielicht in de koorpartij. De vensterdorpels van alle ramen werden ter bescherming afgedekt met decoratief uitgewerkte (loden, zinken, roofing?) slabben.
Interieur: eenvoudige witgepleisterde driebeukige ruimte, gescheiden door middel van een rondboogarcade. Betonnen vloer met gangpad in kleurige tegels. De koorpartij is licht verhoogd en bewaart resten van een eenvoudige houten lambrisering. De benedenverdieping van de toren fungeert als een klein voorportaal.
De glasramen, het roerende meubilair en enkele liturgische voorwerpen werden na de opheffing van het kamp in 1992 overgebracht naar de Saint Boniface Anglican Church, Grétrystraat 39 in 2018 Antwerpen, waar het werd geïntegreerd in een aan de heilige Barbara toegewijde kapel. Glazenier Patrick de Jager heeft de glasramen in 1992 daarbij aangepast om in de raamopening in Saint Boniface te passen.
Auteurs: Bungeneers, Joke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Emblem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Barbarakapel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/210149 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.