19de-eeuwse hoeve met tabaksast van circa 1945. Vrijstaande gebouwen in het vierkant gegroepeerd rondom het ruime begraasde erf. Vier oude leilindes voor het boerenhuis.

De hoevesite is als dusdanig reeds aangeduid op het primitief kadasterplan (circa 1835): twee grote volumes (het huis ten noorden van het erf) met L-vormige opstelling en drie kleinere volumes, op een erfperceel met boomgaard. In 1864 (eigenaar is dan Seraphin Vantroostenberghe-Vantieghem, koopman uit Brugge) wordt de bouw uit 1857 van het nieuwe, huidige huis aan de oostzijde van het erf geregistreerd; op dit moment wordt het oude woonhuis omgebouwd tot landgebouw. In 1890 vergroot Polydorus Siron-Lescrauwaet, koopman uit Brugge, de twee bestaande landgebouwen, hij breekt twee kleinere bijgebouwen af en bouwt een nieuw gebouwtje ten zuiden van het huis.

De bakstenen zijn mogelijk ter plaatse gebakken in veldovens zie lagere, uitgegraven weides.

Ten oosten van het ruime erf, boerenhuis van circa 1857. Rode verankerde baksteenbouw onder zadeldak (rode Vlaamse pannen). Erg verzorgde gevelaflijning, zowel van de erfgevel als van de achtergevel, door lijstwerk en een samengestelde baksteenfries met halfronde baksteentjes en tandlijst (kleiner en roder baksteenformaat). Erfgevel van vijf traveeën met dubbelhuisopstand: korfbogige muuropeningen onder strek, verkleinde deuropening, doch oorspronkelijke boog bewaard. Vernieuwd houtwerk, naar historische typologie, luiken. Zijgevels met korfbogige muuropeningen, oculus met geriemde omlijsting in de geveltop. Tegen de achtergevel, recente aanbouw onder schilddak.

Ten zuiden van het boerenhuis, kleine stalling van circa 1890. Rode baksteenbouw onder zadeldak (rode Vlaamse pannen). Getoogde muuropeningen onder strek, rechts (nieuw) poortje. Aan de achterzijde aanbouw onder lessenaarsdak.

Ten noorden van het erf, stalling. Het rechter gedeelte van deze stalling is reeds aangeduid als boerenhuis op het primitief plan (circa 1835). Bij de bouw van het nieuwe huis in 1857 wordt het oude huis hergebruikt als stalling. Circa 1890 wordt het linker gedeelte aangebouwd. Rode verankerde baksteenbouw onder zadeldak (rode Vlaamse pannen), geknikte dakoverstek. Rondom deze stalling, brede stoep van bakstenen op hun kant. Korfbogige muuropeningen in een geriemde omlijsting voor de staldeuren en de oorspronkelijke stalvensters. Deels bewaarde tweeledige staldeuren. De erfgevel en de linker zijgevel zijn gedeeltelijk witbeschilderd. Ten noorden aanbouw van recente stal.

Ten westen van het erf, imposante dubbele dwarsschuur met links tweeledig wagenhuis. Het rechter gedeelte is reeds aangegeven op het primitief kadasterplan (circa 1835), het linker gedeelte is aangebouwd circa 1890. Rode baksteenbouw onder zadeldak (rode Vlaamse pannen). Twee hoge getoogde schuurpoorten, bewaarde groengeschilderde poorten met klinket, asemgaten. Links, twee smallere en lagere getoogde wagenhuispoorten. Eenvoudig 19de-eeuws gebinte.

Ten zuiden van het erf, tabaksast naar verluidt gebouwd circa 1945. Drie bouwlagen opgebouwd uit verankerde 'assestenen', gevat onder golfplaten zadeldak met verhoogde nok als verluchtingssysteem. In de linker zijgevel, hoge schoorsteen in baksteen. IJzeren deuren met telkens betonnen laadplatform. Binnenin bewaarde roostervloeren.