Licht achterin gelegen hoeve. Enkel de beeldbepalende dwarsschuur en een voormalige stalling in het verlengde ervan bewaren een 19de-eeuws karakter. De hoevesite is als dusdanig reeds aangeduid op het primitief kadasterplan (circa 1835) en op de Atlas der Buurtwegen (circa 1841), op dat moment achterin gelegen tegenover de Koekelarestraat. Circa 1835 is Joseph Legillon uit Brugge eigenaar: ten noorden van het erf, boerenhuis geflankeerd door landgebouwen, ten zuiden van het erf, de nog bewaarde schuur en een bakhuis; het erf bestaat op dat moment uit een groot boomgaardperceel. Blijkens het kadaster verbouwt Amandus Termote, eigenaar uit Oostende, circa 1889 de hoeve grondig: het huis wordt herbouwd, het bakhuis ten zuiden van het erf wordt vervangen door een nieuw landgebouw in het verlengde van de schuur.

Ten zuidwesten van het erf, rood- en geelbakstenen dwarsschuur met aan de erfzijde muurankers "1 ? 24". De straatzijde, met uitgelengd mank zadeldak, heeft een nieuw parement, en een schuurdoorrit onder verhoogde dakoverstek.

Ten zuidoosten van het erf, roodbakstenen stalling (circa 1889) onder zadeldak (rode Vlaamse pannen). Vernieuwde lange gevel aan de straatzijde. Zijgevel met getoogd laadluik.