Arbeidershuis met rechts aansluitend werkhuis met schuifpoort. Volgens het kadaster wordt de oorspronkelijke bebouwing opgetrokken in 1865 door landbouwer Pieter Hullebusch waar tot in 1854 een houten "graenwindmolen" stond. Circa 1935 wordt het woonhuis uitgebreid met het roodbakstenen volume door (pluimvee)handelaar Francis Lingier-Billau.

Anderhalve bouwlaag onder zadeldak (rode mechanische pannen), bij het arbeidershuis met aflijnende gootlijst op klossen en cementering met siermotieven (schijnvoegen, ingekaste ankers, spiegels onder de getoogde vensters van de halve verdieping). Deels bewaard houtwerk, op de begane grond gewijzigde muuropeningen. Roodbakstenen werkhuis, rechthoekige muuropeningen onder betonnen lateien, bewaard drieledig houtwerk met roedeverdeling.