Samenstel van boerenarbeidershuizen, links aansluitende hogere schuur. De huizen in spiegelbeeldschema hebben vermoedelijk een 19de-eeuwse kern (volumes als dusdanig reeds aangeduid op de Atlas der Buurtwegen van circa 1841). Rode baksteenbouw onder zadeldaken (rode mechanische en Vlaamse pannen, golfplaten, dakvensters), aflijnende gootlijst, nog deels op klossen. Het linker huis (nummer 33) kreeg een cementering met geometrische, gestileerde motieven uit het eerste kwart van de 20ste eeuw: korfboogpoort in een geriemde omlijsting met imitatielatei, voorts brede rechthoekige muuropeningen in een dito omlijsting (vermoedelijk grotendeels vernieuwd houtwerk met uitzondering van de poort). Het rechter huis (nummer 35) met getoogde muuropeningen onder strek. Deels bewaard houtwerk met grote roedeverdeling in de bovenlichten.

Schuur links: twee bouwlagen onder golfplaten zadeldak, gecementeerd parement, hoge rechthoekige poort en laadvenster.