Neotraditioneel rijhuis met vier traveeën, drie bouwlagen en zadeldak (leipannen), naar een ontwerp van architect J. Wijckaert uit 1890, gedateerd op cartouche in de geveltop.

De bakstenen trapgevel van vier traveeën en drie bouwlagen heeft een met leien belegd zadeldak met de nok haaks op de straat. In de voorgevel worden de rechthoekige muuropeningen onder ontlastingsbogen gevat in dieperliggende nissen die uitlopen op segmentbogen. De plint, speklagen, boogstenen, geprofileerde bovendorpels en druiplijsten zijn vervaardigd uit blauwe hardsteen. In de geprofileerde hardstenen plint zitten keldervensters. De getrapte geveltop loopt uit op een overhoekse pinakel. De bakstenen achtergevel is een gelijkaardige trapgevel echter zonder gebruik van de decoratieve elementen in blauwe hardsteen.

Het pand heeft een dubbelhuisopbouw met centrale gang en flankerende salons. Het neoclassicistische interieur behield een aantal historische decoratieve elementen zoals vloeren, binnenschrijnwerk en muur- en plafondlijsten. Het interieur werd gerenoveerd in 2022.

Neogotisch rijhuis met vier traveeën, drie bouwlagen en zadeldak (leipannen), naar een ontwerp van architect J. Wijckaert, 1890 gedateerd op cartouche. Trapgevel van baksteen verwerkt met hardsteen voor sokkel, platte banden en boogstenen. Gevelindeling geïnspireerd op de Brugse gotische stijl. Benedenvensters en bovenvensters per travee gevat in spitsboognis. Geprofileerde arduinen sokkel met keldervensters. Rechthoekige vensters overspannen met ontlastingsbogen, voorzien van geprofileerde dagkanten. Hardstenen banden op de penanten. Getrapte geveltop met overhoekse pinakel.