Ingeplant in een park. De toegang aan de Bruggestraat wordt geflankeerd door twee bakstenen pilasters met een arduinen afdekking.

Historiek

Het kasteel is volgens het kadaster fasegewijs tot stand gekomen op een nog onbebouwd ruim perceel.

Circa 1835: op het primitief kadasterplan wordt een nog onbebouwd perceel weergegeven.

1886: in opdracht van Eugenius Samyn-Ente, koopman uit Oostende, wordt een woonhuis gebouwd.

1901: Karel Coussement-Denijs, nijveraar uit Roeselare, laat de bestaande woning afbreken en vervangen door een grotere woning.

1902: de conciërgewoning, aan de straat gelegen, nr. 341, wordt uitgebreid. Er wordt ook een serre gebouwd.

1904: het woonhuis wordt verder uitgebreid in opdracht van Margareta Denijs, afkomstig uit Roeselare.

1909: in opdracht van de nieuwe eigenaar Jean-Baptiste Coppieters 't Wallant, worden de bestaande gebouwen afgebroken en vervangen door het huidige kasteel, een koetshuis en een tweede serre.

Beschrijving

Grosso modo een rechthoekige plattegrond, met aan de zuidoostzijde een poortgebouw, aan de noordzijde een aanbouw met rechthoekige plattegrond en aan de zuidzijde de toegang geflankeerd door een torentje op vierkante plattegrond en een toren op achthoekige plattegrond.

Hoofdvolume onder een pannen zadeldak. Oranjerode baksteenbouw in combinatie met gele geglazuurde baksteen voor de horizontale belijning en de ontlastingsbogen met arduinen aanzetstenen.

Meer uitgewerkte zuidgevel voorzien op de hoek van een torenuitbouw met achthoekige plattegrond en naaldspits bedekt met leien. De drie middentraveeën, opgevat als inkom, zijn afgewerkt met een puntgevel voorzien van geglazuurde baksteen en pseudovakwerk. Op de begane grond uitspringende inkom waarboven een balkon. De linkertravee is eveneens voorzien van een puntgevel afgewerkt met pseudovakwerk en geglazuurde baksteen. Links van inkomtravee een torenuitbouw van één travee breed voorzien van een leien dak met gietijzeren vorstkam en windwijzer.

De westgevel is verticaal geritmeerd door de imposante schouwlichamen. Overhoeks geplaatste overdekte inkom met houten afdakje, op de begane grond voorzien van een houten afsluiting.

De gevels zijn opengewerkt met licht getoogde muuropeningen met benadrukte ontlastingsbogen van oranje geglazuurde baksteen met aanzetstenen van blauwe hardsteen. Sommige zijn opgevat als een drielicht. Behouden schrijnwerk.

Poortgebouw, tegen de zuidoostzijde aangebouwd volume van één bouwlaag onder een zadeldak, links en rechts voorzien van pannen en centraal voorzien van leien. Oranjerode baksteenbouw van één à twee bouwlaag hoog. Het centraal volume is op de begane grond voorzien van een doorrit met een tudorboog. Op de verdieping voorzien van rechthoekige vensteropeningen met natuurstenen bolkozijn en voorzien van kleine roedeverdeling.

In de tuin gelegen nutsgebouw. Geelbruine baksteenbouw onder een zadeldak bedekt met golfplaten, gevat tussen twee trapgevels. De gevel is opengewerkt met rechthoekige muuropeningen.