Statige neoclassicistische burgerwoning, die ondanks de ontpleistering van de gevel nog de grandeur uitstraalt die ze bij haar ontwerp kreeg. De woning werd gebouwd circa 1894 voor Ch. Adert naar ontwerp van architect Frans Van Dijk.
Het is een enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen op hoog souterrain, gevat onder leien mansardedak met centraal dakvenster met fronton en twee oeils-de-boeuf. De lijstgevel is afgewerkt met een houten kroonlijst op klossen, het souterrain heeft een hardstenen parement, de bepleistering van de tussenliggende bouwlagen is verdwenen. De balusterborstweringen van de rechthoekige vensteropeningen zijn bewaard, net als de fraaie centrale erker met hoekzuilen, rustend op lange consoles. Ook het schrijnwerk is origineel: schuiframen beneden, T-ramen op de verdiepingen, een dubbele deur met paneelwerk. Traliewerk aan de keldervensters bewaard. Twee smeedijzeren lantaarns sieren de gevel.
Opmerkelijk is de collectie gedetailleerde ontwerp- en uitvoeringstekeningen van de interieuraankleding van de woning, bewaard in het stadsarchief van Antwerpen. De tekeningen zijn van de hand van architect François Van Dijk en geven een beeld van het rijke interieur: sterk versierde stuc- en balkenplafonds, grote schouwen met gesculpteerde onderdelen, rijke lambrisering met bijpassende deuren, bijpassend meubilair bv. kast en tafel. De klassieke enfilade op de begane grond bestaat uit een salon in neo-Lodewijk XVI-stijl met beschilderd plafond, een eetkamer in neo-Vlaamserenaissance-stijl met een eiken lambrisering en wandbespanning met historische taferelen, en een eclectische veranda met met monumentale wandmozaïeken.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1894 # 831.
- Stadsarchief Antwerpen, Plannen van het Departement Werken Afdeling Gebouwen, DWG # 434 tot en met 451.