Onderkelderd burgerhuis met neoclassicistische inslag van vier traveeën en drie bouwlagen, met zadeldak, volgens archiefstukken van 1861. Bepleisterde bakstenen lijstgevel met verwerking van arduin voor de plint, de borstweringen, de kordons, de vensteromlijstingen en de booglijst van de poort. Licht uitspringende middenrisaliet van twee traveeën. Begane grond met imitatiebossage en steekboogvensters. Rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijstingen met oren, op de bel-etage verrijkt met een balustrade en rechte kroonlijst. Rondboogvormige koetspoort in vlakke omlijsting met sluitsteen. Hoofdgestel waarvan de gekorniste kroonlijst met tandlijst rust op modillons.

Mobilair: Fraaie met stucco versierde zolderingen, deurstukken en schouwmantels in neoclassicistische stijl. Gesculpteerde houten trapleuning en trappaal met bloemenslingers.