Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen, met zadeldak (pannen), volgens archiefstukken van 1827 en naar ontwerp van architect L. Minard. Witte, bepleisterde empiregevel met hardstenen plint. Begane grond met rechthoekige muuropeningen en imitatiebanden onder de geprofileerde puilijst. Rondboogvormige bel-etagevensters met booglijst rustend op imposten en voorzien van fraaie ijzeren leuningen met centrale palmet tussen twee spiralen. Bel-etage voorts verfraaid met twee kleine ronde stucmedaillons met vrouwenhoofden. Bovenste lagere verdieping met rechthoekige vensters en ijzeren leuningen. Gesculpteerd houtwerk der deurvleugels en gebogen houtwerk van de ramen der benedenvensters uit de tweede helft van de 19de eeuw. Benedenvensters met persiennes. Fries voorzien van talrijke casementen met rozetten en kroonlijst op houten consoles.