Hoeve, gelegen vlakbij de grens van Egem, bestaande uit voornamelijk 19de-eeuwse hoevegebouwen met mogelijk oudere kern, op site die minimaal opklimt tot het derde kwart van de 18de eeuw, af te leiden uit het noord-zuid georiënteerd volume en een volume haaks op de straat afgebeeld in het landboek van Pittem van 1761. Op het primitief kadasterplan (circa 1830) is het bij de straat gelegen volume verdwenen, de hoeve bestaat uit een vermoedelijk van voor 1761 daterend woonhuis, met een geïncorporeerd staldeel aan noordzijde, een haaks ingeplant landgebouw ten noorden en een achtergelegen bijgebouwtje ten oosten. In 1909 laat landbouwer Victoor Devrieze-Baert ten westen van het woonhuis een nieuwe woning bouwen. Het oude woonhuis blijft behouden en wordt omgevormd tot landgebouw.

Via een erfoprit bereikbare hoeve, met toegang geflankeerd door twee lindes en dieper gelegen ijzeren hek tussen gietijzeren pijlers. Ten zuiden van het verharde erf, een haaks daarop ingeplant woonhuis van zes traveeën onder zadeldak in zwartgeglazuurde pannen. Verankerd roodbakstenen volume met een aflijnende getrapte tandfries. Getoogde muuropeningen met bewaard houtwerk (ramen met grote roedeverdeling), natuurstenen onderdorpels. Nieuwe deur. Noordelijke zijgevel met keldergat en zolderluiken op betegelde onderdorpels. Achtergelegen parallel oud woonhuis, met gecementeerde erf- en zuidelijke zijgevel, gewijzigde muuropeningen, deur binnen een zwartbakstenen omlijsting, rechts met poort en staldeur links en meerdere stalopeningen rechts in de gevel. Deels bewaarde voorliggende stoep in baksteen en kasseien. Ten noorden van het erf, een verankerde roodbakstenen schuur onder zadeldak in Vlaamse pannen. Gedicht wagenhuis, met korfboogvormige ontlastingsboog en houten latei, thans ingevuld met nieuw ingebrachte muuropeningen. Metalen schuifpoort tussen getoogde muuropeningen en laadluik onder de dakoverstek. Restant van bijgebouwtje in de achtergelegen weide.