Onderkelderd herenhuis van vijf traveeën en drie bouwlagen, met zadeldak, uit het einde van de 19de eeuw. Fraaie geschilderde en bepleisterde lijstgevel met neoclassicistische inslag; enkelhuisopstand. Hardstenen plint met getraliede keldergaten. Benedenverdieping met imitatiebossage onder de geprofileerde puilijst. Uitspringend middenrisaliet van drie traveeën, op de bel-etage gemarkeerd door een balkon met ijzeren leuning op vier bewerkte consoles. Rechthoekige benedenvensters in geprofileerde omlijstingen met versierde sluitsteen. Deurvensters van de bel-etage in geriemde omlijstingen met oren, en voorts in een geblokte rechthoekige omlijsting met entablement, in de zijtravee met rechte kroonlijst en een balustrade tussen postamenten, voor het risaliet onder gebogen frontons. Bovenste vensters zijn steekboogvormig en in vlakke omlijstingen met oren met rozetten. Omlijste steekboogpoort met gesculpteerde sluitsteen. Versierd hoofdgestel waarvan de gekorniste kroonlijst, verrijkt met tandlijst en klossen, boven het risaliet rustend op versierde modillons.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Zuid-West, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)